§ 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 18 en van artikel 32 is iedere aan de wet onderworpen werkgever er toe gehouden deel uit te maken, 't zij van een door de regering toegelaten vrij kinderbijslagfonds, 't zij van een krachtens artikel 31 bij koninklijk besluit gevestigde bijzonder kinderbijslagfonds, 't zij van FAMIFED, zelfs wanneer geen enkele van de personen die hij aan de arbeid bezigt zich in die voorwaarden bevindt, die bij deze wet zijn vereist om gezinsvergoedingen te kunnen verkrijgen.
De aansluiting bij een der instellingen die hierboven zijn vermeld moet geschieden ten bate van al de personen die door de werkgever worden tewerkgesteld, bij uitzondering van de dienstboden of het huispersoneel met permanente kost en inwoning bij de werkgever. (1)
Zij geschiedt bij één enkel kinderbijslagfonds of bij FAMIFED, ten minste wat de werknemers betreft uit hoofde van dewelken de werkgever niet verplichtend deel uitmaakt van een bijzonder kinderbijslagfonds.
Van deze laatste bepaling kan echter worden afgeweken wanneer het personeel van een werkgever verdeeld is over zetels of bijhuizen die gevestigd zijn hetzij in verschillende provincies, hetzij in een provincie en in het Brussels Gewest.
In dit geval moet de aansluiting bij eenzelfde kinderbijslagfonds of FAMIFED geschieden ten bate van al de werknemers die verbonden zijn aan de zetels of bijhuizen die gevestigd zijn hetzij in eenzelfde provincie, hetzij in het Brussels Gewest.
De derde bedoeld in artikel 36 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, is in de plaats van de werkgever onderworpen aan de bepalingen van dit artikel als hij de integrale bezoldiging van de werknemer uitkeert en in de plaats gesteld wordt van de werkgever voor het vervullen van alle verplichtingen betreffende deze bezoldiging bepaald door het eerder vermelde besluit.
§ 2. De zelfstandige hangt voor de toekenning en de betaling van zijn gezinsbijslag af van de kinderbijslaginstelling die overeenkomstig § 3 wordt aangewezen.
De tussenkomst van het vrije kinderbijslagfonds of FAMIFED is kosteloos voor de zelfstandige. Zij heeft betrekking op dezelfde periodes van aansluiting als deze bij zijn sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen.
§ 3. Elk sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen, bedoeld in artikel 20, § 1, van het voormeld koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967, draagt zijn opdracht om gezinsbijslag toe te kennen en te betalen door middel van een overeenkomst over aan het vrije kinderbijslagfonds dat deel uitmaakt van hetzelfde administratieve complex als dat waaraan dit sociaal verzekeringsfonds is verbonden.
Wanneer het sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen, bedoeld in artikel 20, § 1, van het voormeld koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967, van geen enkel administratief complex deel uitmaakt of deel uitmaakt van een administratief complex waartoe geen kinderbijslagfonds behoort, dan draagt het deze opdracht door middel van een overeenkomst over aan het kinderbijslagfonds van diens keuze of aan FAMIFED.
De sociale verzekeringsfondsen bedoeld in het tweede lid beschikken over een termijn van zestig dagen om hun keuze te maken. Deze termijn vangt aan op 1 mei 2014, of, voor degene die na 30 juni 2014 worden opgericht, op de dag waarop ze rechtspersoonlijkheid verwerven.
Het Beheerscomité legt de verplichte vermeldingen vast die de in het eerste en tweede lid bedoelde overeenkomst moet bevatten. Het Beheerscomité keurt de overeenkomst goed na verificatie van de verplichte vermeldingen. Het onderzoek door het Beheerscomité heeft enkel betrekking op de naleving van de voorwaarde betreffende de verplichte vermeldingen.
De bepalingen van de vier bovenstaande leden, gelden onverminderd de bepalingen van artikel 175/3.
De bevoegdheid wordt overgedragen aan één kinderbijslagfonds of aan FAMIFED en betreft alle zelfstandigen die aangesloten zijn bij de in het eerste en tweede lid bedoelde sociale verzekeringsfondsen.
Het sociaal verzekeringsfonds waarbij de zelfstandige is aangesloten, staat in voor de administratieve stappen ten aanzien van het vrij kinderbijslagfonds of van FAMIFED.
§ 4. Zijn, voor de toekenning en de betaling van de gezinsbijslag, van rechtswege aan FAMIFED onderworpen :
1° de zelfstandige die is aangesloten bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen, bedoeld in artikel 20, § 1, van het voornoemd koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967, dat van geen enkel administratief complex deel uitmaakt of dat deel uitmaakt van een administratief complex waartoe geen kinderbijslagfonds behoort en dat geen keuze heeft gemaakt zoals bedoeld in § 3, tweede lid;
2° de zelfstandige die is aangesloten bij de Nationale Hulpkas voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen, bedoeld in artikel 20, § 3, van hetzelfde koninklijk besluit;
3° de huisarbeider.
De tussenkomst van FAMIFED is kosteloos voor de zelfstandige. Zij heeft betrekking op dezelfde perioden van aansluiting als deze bij zijn sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen.
____________________________________
(1) Ten opzichte van de werknemers die vóór 1 januari 1999 in dienst zijn getreden, blijft het tweede lid, zoals het luidde voor de wijziging door de wet van 10.6.1998, van toepassing op de betrokken werkgevers als volgt:
"De aansluiting bij een der instellingen die hierboven zijn vermeld moet geschieden ten bate van al de personen die door de werkgever worden tewerkgesteld, bij uitzondering van diegenen die krachtens de
bepalingen van de artikelen 86 tot 88, geen aanleiding geven tot het betalen ener bijdrage.".