§ 1. De werkgever aangesloten bij FAMIFED of bij een kinderbijslagfonds kan geen ontslag indienen binnen de vier jaar na de aansluiting. Indien het een werkgever betreft die verzekeringsplichtig wordt, begint deze termijn van vier jaar te lopen op de eerste dag van het kwartaal in de loop waarvan de werkgever verzekeringsplichtig werd.
Indien de aansluiting plaats vond bij toepassing van de artikelen 34, tweede lid, of 35, tweede lid, kan de werkgever geen ontslag indienen voor het einde van het dienstjaar dat volgt op datgene in de loop waarvan de aansluiting van rechtswege bij FAMIFED plaats vond.
De werkgever die zijn ontslag indient is verplicht een opzeggingstermijn van ten minste dertig dagen in acht te nemen. Het ontslag heeft uitwerking op het einde van het kwartaal in de loop waarvan de opzeggingstermijn eindigt.
§2. De vrije kinderbijslagfondsen mogen de leden uitsluiten die nalaten de bijdrage bedoeld in artikel 94, § 8, te betalen of zich bevinden in een van de andere door de statuten bepaalde gevallen van uitsluiting. In afwijking van artikel 4, 7°, van de wet van 27 juni 1921 kan tot de uitsluiting worden beslist hetzij door de algemene vergadering, hetzij door de raad van bestuur. Het lid wordt vooraf uitgenodigd om gehoord te worden door het bevoegde orgaan.
De uitsluiting wordt met een ter post aangetekend schrijven aan het uitgesloten lid betekend. De uitsluiting heeft uitwerking op het einde van het kwartaal in de loop waarvan de betekening werd gedaan.