(...)
Artikel 1. Vijf reglementen zullen gevoegd worden bij de statuten der krachtens artikel 6 der wet van 4 augustus 1930 toegelaten vrije compensatiekassen voor gezinsvergoedingen. (1)
Het eerste stelt de stortingen vast welke door de aangesloten werkgevers dienen gedaan.
Het tweede bepaalt de gezinsvergoedingen en premiën alsmede, desgevallend, de andere voordelen waarvan de arbeiders, die door de kas worden bediend, zullen genieten.
Dit reglement vermeldt, terzelfdertijd, de voorwaarden in dewelke gezegde vergoedingen en premiën, alsmede de andere voordelen, zulllen toegekend worden.
Het derde reglement-bijvoegsel duidt de straffen aan, die, in voorkomend geval, krachtens een beslissing van de algemene vergadering der leden of van de daartoe gemachtigde beheerraad, zullen opgelopen worden door de aangesloten werkgevers alsmede door de personen waarvan de vergoedingen verschuldigd zijn of moeten worden uitbetaald.
Wat de boeten betreft, bepaalt het reglement het bedrag dat, in ieder geval, toepasselijk zal zijn, tenzij dat het er zich bij beperkte het minimum en maximum er van vast te stellen.
Een vierde reglement-bijvoegsel zal de controle inrichten die het bestuur der betrokken kas zal gehouden zijn uit te oefenen zowel ten opzichte der aangesloten werkgevers als ten opzichte der personen aan dewelke de vergoedingen verschuldigd zijn of moeten worden uitbetaald.
Het vijfde reglement-bijvoegsel zal bepalen :
a) de inlichtingen die door de werkgevers dienen verstrekt ten einde de kas in de mogelijkheid te stellen het bedrag hunner bijdrage te berekenen ;
b) de inlichtingen en documenten die de kas nodig heeft, om het recht der arbeiders op de vergoedingen vast te stellen en het beloop ervan te bepalen.
Dit reglement zal, bovendien, de termijnen vaststellen binnen dewelke aan de belanghebbende kas moet gezonden worden :
a) deze verschillende inlichtingen en documenten ;
b) de vragen of klachten der belanghebbende arbeiders strekkend tot het bekomen van gezinsvergoedingen of een verhoging van vergoeding.
Artikel 2. De bevoegde Minister zal de reglementen doen wijzigen die, 't zij de belangen der begunstigde kinderen, 't zij deze der arbeiders of der werkgevers, 't zij de normale werking der compensatie in de tweede graad, ernstig zouden bedreigen. (2)
(...)
Artikel 9. Dit besluit wordt op 1.7.1936 van kracht.
(...)
--------------
(1) Art. 19 KBW.
(2) Gewijzigd door het K.B. van 23.1.1976, art. 3 (B.S. 31.1.1976), van kracht vanaf 1.1.1976.
De in de titel van dit besluit vermelde artikelen werden aangevuld en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30.3.1936 (artikelen 24, 28, 50, 58, 79, 102 en 53ter K.B.W.).