(...)
Art. 7. Overeenkomstig artikel 3, eerste lid, van de wet van 11 april 1995 tot invoering van het "handvest" van de sociaal verzekerde, verstrekken de kinderbijslaginstellingen bedoeld bij de artikelen 19, 31, 32 en 33 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, de sociale verzekeringskassen bedoeld bij artikel 20, §§ 1 en 3, van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 tot invoering van het sociaal statuut der zelfstandigen, alsook het Rijksinstituut voor sociale verzekeringen der zelfstandigen bedoeld bij artikel 21 van hetzelfde besluit, aan de sociaal verzekerde de dienstige inlichtingen voor zijn verzoek.
Onder dienstige inlichtingen wordt verstaan, alle gegevens die de sociaal verzekerde duidelijkheid kunnen verschaffen over zijn individuele situatie op het stuk van gezinsbijslag. Deze gegevens hebben inzonderheid betrekking op de toekenningsvoorwaarden van deze bijslag en op het behoud van deze toekenning, evenals op de elementen waarmee rekening wordt gehouden bij het bepalen van het bedrag ervan.
De termijn van 45 dagen bepaald in artikel 3, vierde lid, van de in het eerste lid genoemde wet, gaat in op de datum waarop het verzoek om inlichtingen door de kinderbijslaginstelling, door de sociale verzekeringskas of door het Rijksinstituut voor sociale verzekeringen der zelfstandigen, bevoegd om ze te beantwoorden, werd geregistreerd.
(...)