Artikel 1. Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 135 van de Grondwet.
Art. 2. In afwijking van de bepalingen van hoofdstuk IV van de Algemene kinderbijslagwet :
-
de onderworpenen bedoeld in het artikel 1/1 van die wet die op 31 december 2018 van een vrij kinderbijslagfonds of van FAMIFED afhangen, behouden die aansluiting vanaf 1 januari 2019 ;
-
wanneer er zich een nieuwe onderwerping voordoet vanaf 1 januari 2019, zijn de betrokken onderworpenen van rechtswege bij FAMIFED aangesloten. Ondanks deze automatische aansluiting en als de bijslagtrekkende niet reeds door een vrij kinderbijslagfonds of FAMIFED wordt bediend, beschikt die bijslagtrekkende over 120 dagen om de kinderbijslaginstelling te kiezen die de hem verschuldigde gezinsbijslag zal betalen. Die termijn loopt vanaf de dag waarop de bijslagtrekkende die hoedanigheid verwerft of opnieuw verwerft. Als de bijslagtrekkende bij het verstrijken van die termijn geen enkele keuze heeft gemaakt, is FAMIFED bevoegd.
Art. 3. In afwijking van de artikelen 64, 66 en 71 van dezelfde wet en van de bepalingen van het koninklijk besluit van 25 april 1997 tot uitvoering van artikel 71, § 1bis, van de Algemene kinderbijslagwet, heeft elk feit dat tot een bevoegdheidswijziging van de kinderbijslaginstellingen leidt, met uitwerking vanaf 1 januari 2019, geen enkele uitwerking.
Wanneer een bijslagtrekkende bedoeld in artikel 69 van dezelfde wet meerdere kinderen opvoedt die door verschillende kinderbijslaginstellingen worden bediend, wordt de bevoegdheid voor het geheel van de rechtgevende kinderen die door deze bijslagtrekkende worden opgevoed, toegekend aan de kinderbijslaginstelling die het jongste kind bedient. De bevoegdheidswijziging vindt plaats, al naargelang, op de eerste dag van het kwartaal dat volgt op datgene waarin deze ordonnantie in werking treedt of op de eerste dag van het kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin de hoedanigheid van bijslagtrekkende is verworven ten aanzien van het jongste kind, na de dag waarop deze ordonnantie in werking treedt.
Art. 4. In artikel 42, § 1, eerste lid, van dezelfde wet, laatst gewijzigd bij wet van 4 april 2014, worden de woorden «, de gezinsbijslagregelingen die zijn ingesteld door de andere gefedereerde deelentiteiten, » ingevoegd tussen de woorden « de wet van 20 juli 1971 tot instelling van gewaarborgde gezinsbijslag » en de woorden « en de internationale overeenkomsten van de sociale zekerheid van kracht in België ».
Art. 5. Deze ordonnantie heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2019.