Artikel 1. De bepalingen van deze wet (1) zijn van toepassing:
1. op de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, op de sociale uitkeringen van de maatschappelijke zekerheid, op de uitkeringen in verband met het sociaal statuut der zelfstandigen en op de andere sociale uitkeringen waarvan de lijst door de Koning wordt vastgesteld, in de mate dat deze uitgaven, krachtens een wettelijke of reglementaire beschikking, gekoppeld zijn aan de schommelingen van het algemeen indexcijfer der kleinhandelsprijzen van het Rijk of van het algemeen indexcijfer der consumptieprijzen ;
2. Op de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van de bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, mijnwerkers en gelijkgestelden, en der matrozen van de handelsvloot;
3. Op de Civiele Lijst en op de dotatie van Z.K.H. Prins Albert die gekoppeld werden aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen bij de wet van 26 januari 1965.
Art. 1bis. Vanaf 1 januari 1994 worden de sociale uitkeringen van de sociale zekerheid, de uitkeringen in verband met het sociaal statuut van de zelfstandigen en de andere sociale uitkeringen bedoeld onder artikel 1 verbonden aan het prijsindexcijfer daartoe berekend en benoemd.
Vanaf 1 januari 1994 mogen de uitkeringen slechts een eerste maal aangepast worden als het indexcijfer bedoeld in het vorige lid, het indexcijfer der consumptieprijzen dat van kracht was vóór 1 januari 1994, naargelang het geval, bereikt of overschrijdt, en dit met toepassing van de wettelijke bepalingen.
Art. 2. Voor de toepassing van deze wet, dient onder ?spilindexen? te worden verstaan, de getallen behorend tot een reeks waarvan het eerste 114,20 is en elk van de volgende bekomen wordt door het voorgaande te vermenigvuldigen met 1,02.
Voor de berekening van elke spilindex worden de delen van honderdsten van een punt afgerond op het naasthogere honderdste of verwaarloosd, naargelang zij al dan niet 50pct. van een honderdste bereiken.
Art. 3. § 1. Worden gekoppeld aan de spilindex 114,20 de uitgaven, uitkeringen en bezoldigingsgrenzen bedoeld in artikel 1, zoals zij op 1 januari 1971 werden vastgesteld op grond van de reglementering die er op die datum op toepasselijk was.
§ 2. De uitgaven die per jaar worden vereffend, worden voorafgaand verhoogd met 2,5 pct. van de sommen gekoppeld aan het indexcijfer 110 van de kleinhandelsprijzen van het Rijk.
Art. 4. § 1. Voor de toepassing van deze wet wordt als indexcijfer der consumptieprijzen van een maand beschouwd het rekenkundig gemiddelde van de indexcijfers van die maand en de drie daaraan voorafgaande maanden.
Iedere maal dat het overeenkomstig het eerste lid berekende indexcijfer der consumptieprijzen één der spilindexen bereikt of er op teruggebracht wordt, worden, worden de uitgaven, uitkeringen en bezoldigingsgrenzen, gekoppeld aan de spilindex 114,20 opnieuw berekend door de coëfficiënt 1,02n er op toe te passen, waarin n de rang van bereikte spilindex vertegenwoordigt.
Te dien einde, wordt iedere spilindex aangeduid met een volgnummer dat zijn rang aangeeft, waarbij het nummer 1 de spilindex aanduidt die volgt op de spilindex 114,20.
Voor het berekenen van de coëfficiënt 1,02n, worden de breuken van een tienduizendste van een eenheid afgerond tot het hogere tienduizendste of weggelaten, naargelang zij al dan niet 50 % van een tienduizendste bereiken.
§ 2. Wanneer de grenzen, bedoeld bij artikel 1, 2°, een of verscheidene malen verhoogd of verminderd, niet meer deelbaar zijn door 25, worden zij afgerond volgens de modaliteiten die door de Koning bepaald worden.
Art. 5. De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, al de in artikel 1 bedoelde elementen, zoals zij op een bepaalde datum vastgelegd zijn, koppelen aan de spilindex die er op dezelfde datum op toepasselijk is.
Vanaf die datum wordt artikel 4 toegepast door, in de alinea?s 1 en 2 van §1, de spilindex 114,20 te vervangen door de spilindex waaraan de elementen bedoeld in alinea 1 van onderhavig artikel, opnieuw gekoppeld zijn.
Wat de uitgaven betreft die per jaar of per kwartaal vereffend worden, kan de Koning deze vooraf aanpassen in de mate die nodig is om ze op het niveau te brengen dat overeenstemt met de spilindex van toepassing op de in het eerste lid bedoelde datum.
Art. 6. De verhoging of de vermindering wordt toegepast :
1° Voor de uitgaven die per jaar vereffend worden, met ingang van het burgerlijk jaar dat volgt op de maand waarvan het indexcijfer van de consumptieprijzen de spilindex bereikt die een wijziging rechtvaardigt ;
2° Voor de uitgaven die per kwartaal vereffend worden en voor de grenzen bedoeld bij artikel 1, 2°, met ingang van het kalenderkwartaal dat volgt op de maand waarvan het indexcijfer het cijfer bereikt dat een wijziging rechtvaardigt ;
3° In de andere gevallen, vanaf de eerste maand die volgt op de maand waarvan het indexcijfer het cijfer bereikt dat een wijziging rechtvaardigt met uitzondering van de uitgaven die tijdens de maand die voorafgaat aan de maand waarop ze betrekking hebben of die op de eerste werkdag van de betrokken maand worden betaald, waarvoor de verhoging of de verlaging wordt toegepast vanaf de tweede maand volgend op de maand waarvoor het indexcijfer het cijfer bereikt dat een wijziging rechtvaardigt.
(...) (1)
Art. 7. § 1. De Koning kan de redactie van de wettelijke bepalingen wijzigen om ze in overeenstemming te brengen te brengen met de bepalingen van deze wet.
§ 2. De Koning kan, mits eerbiediging van de specifieke modaliteiten van voormelde bepalingen in functie van de huidige wet, de beschikkingen aanpassen betreffende de verplichtingen die aan de zelfstandigen zijn opgelegd door of krachtens het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen en verwijzen naar het indexcijfer der kleinhandelsprijzen of het indexcijfer der consumptieprijzen.
Art. 8. § 1. Artikel 16 van de wet van 27 juni 1969 houdende herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der werknemers wordt opgeheven.
§ 2. De wet van 12 april 1960 tot eenmaking van de verschillende stelsels van koppeling aan het indexcijfer der kleinhandelsprijzen wordt opgeheven.
------------------
(1) Opgeheven door de programma-wet van de 19.7.2001, art. 5 (Err., B.S. 29.9.2001), van kracht vanaf 1.5.2001.