Vierde actor

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

De vierde actoren worden ook 'derden' genoemd.

De vierde actor is een mogelijke actor in een kinderbijslagdossier die geen rechthebbende, bijslagtrekkende of rechtgevend kind is en soms ook 'derde' genoemd wordt. Er zijn twee soorten vierde actoren of derden:

  • derden van type 1 (rol 105) waarvoor alleen de elektronische informatie van het Rijksregister en van het register van de KSZ (Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid) nodig is voor het beheer van het dossier,
  • derden van type 2 (rol 106) waarvoor zowel de elektronische informatie van het Rijksregister en van het register van de KSZ (Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid) als de socioprofessionele gegevens (werk, werkloosheid, ziekte- en invaliditeitsverzekering, enz.) nodig zijn voor het beheer van het dossier.

Begin van de integratie

De begindatum van de integratie van een vierde actor moet in het Kadaster van de kinderbijslag ingevuld worden zodra die vierde actor gecreëerd is in de interne database van het kinderbijslagfonds.

Zodra die begindatum van de integratie in het Kadaster ingevoerd is, kan het kinderbijslagfonds de distributieberichten ontvangen van de wettelijke gegevens (en de socioprofessionele gegevens voor derden van type 2). Door die invoering kunnen ook de databases van de andere sectoren geraadpleegd worden.

De begindatum van de integratie van een vierde actor mag nooit vallen vóór de begindatum van de integratie van de rechthebbende.

De begindatum van de integratie mag niet vallen na de datum waarop het kinderbijslagfonds de vierde actor ingevoerd heeft in haar eigen interne database.

In geval van bijwerking kan de oorspronkelijke of de laatst bekende datum alleen vervangen worden door een vroegere datum, op voorwaarde dat de hiervoor vermelde regels nageleefd worden.

Voorbeeld

Op 18 mei kan een kinderbijslagfonds niet 1 juni invoeren als begindatum van de integratie. Ze moet 1 mei invoeren als begindatum van de integratie.

Einde van de integratie

De einddatum van de integratie van de vierde actor moet ingevuld worden als die niet langer een vierde actor is in het dossier.

Die verplichting vloeit voort uit het proportionaliteitsprincipe van de KSZ: informatie die niet strikt noodzakelijk is voor het beheer en de behandeling van een dossier mag niet meegedeeld worden.

Een kinderbijslagfonds mag in geen geval een einddatum van integratie invoeren die meer dan 3 maanden verder in de toekomst ligt.

De einddatum van de integratie mag niet vallen vóór de datum waarop het kinderbijslagfonds die datum in het Kadaster ingevoerd heeft.

Voor wijzigingen van rol 105 naar 106 en omgekeerd: een datum vóór de systeemdatum is mogelijk als de ingevoerde datum wel degelijk beantwoordt aan een daadwerkelijke behoefte aan informatie.

De integratieperiode van de vierde actor moet begrepen zijn in de integratieperiode van de rechthebbende.

Zodra het brevet naar het volgende kinderbijslagfonds gestuurd is, moet het oorspronkelijke kinderbijslagfonds de integratie van alle betrokken actoren afsluiten.

Bij overlijden van de vierde actor moet als einddatum van de integratie de laatste dag van de maand ingevuld worden waarin de informatie over dat overlijden verwerkt wordt.

Top