Als een debiteur via een vonnis veroordeeld is tot het betalen van een bedrag, moet hij dat doen.
De debiteur doet dat al dan niet vrijwillig.
Als hij dat niet doet, moet hij daartoe gedwongen worden via een gedwongen tenuitvoerlegging. De ultieme mogelijkheid om hem dat te laten doen is beslag.
Via een gedwongen tenuitvoerlegging wordt een verplichting die voortvloeit uit een vonnis, een overeenkomst of de wet via de openbare macht uitgevoerd
Bij (inter)sectoriële inhoudingen is geen vonnis (uitvoerende titel) vereist.
Er moet een onderscheid gemaakt worden naargelang de debiteur al dan niet kinderbijslag blijft ontvangen.
Als de debiteur kinderbijslag blijft ontvangen, dan wordt het onverschuldigde bedrag teruggevorderd via sectoriële inhoudingen op de toekomstige kinderbijslag.
Als dat onverschuldigd bedrag niet teruggevorderd kan worden van de toekomstige kinderbijslag, kan ook bij andere socialezekerheidssectoren worden teruggevorderd: dan gaat het om een intersectoriële terugvordering.
Er moet een onderscheid gemaakt worden naargelang de debiteur al dan niet kinderbijslag blijft ontvangen.
Als de debiteur kinderbijslag blijft ontvangen, dan wordt het onverschuldigde bedrag teruggevorderd via sectoriële inhoudingen op de toekomstige kinderbijslag.
Als dat onverschuldigd bedrag niet teruggevorderd kan worden van de toekomstige kinderbijslag, kan ook bij andere socialezekerheidssectoren worden teruggevorderd: dan gaat het om een intersectoriële terugvordering.
Er zijn drie soorten beslag op basis van het middel dat in beslag wordt genomen (roerende goederen, onroerende goederen en schuldvorderingen tegen derden):
- Beslag op roerende goederen: daarbij wordt beslag gelegd op de materiële en roerende goederen (meubilair, diverse uitrustingen, stukken aan toonder etc.) van de debiteur, die vervolgens verkocht worden;
- Beslag op roerende goederen: daarbij wordt beslag gelegd op het onroerend patrimonium van de debiteur (huizen/flats, terreinen etc.), dat vervolgens verkocht wordt;
- Derdenbeslag. daarbij wordt beslag gelegd op de bedragen van de debiteur die in het bezit van derden zijn.
De meest voorkomende gevallen van derdenbeslag zijn het loon in beslag nemen (de werkgever is de debiteur van de debiteur van de kinderbijslaginstelling) en het creditsaldo van een bankrekening in beslag nemen (de bankier is de debiteur van de debiteur van de kinderbijslaginstelling). Het derdenbeslag gebeurt per definitie bij de derde en niet bij de debiteur zelf.