Verplichtingen in verband met het onderzoek van de aanvragen en de antwoordtermijn

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Een instelling die een aanvraag om gezinsbijslag ontvangt, moet binnen vier maanden na ontvangst van de aanvraag een beslissing nemen.

De ontvangstdatum van een aanvraag is die van de datumstempel aangebracht op de aanvraag door de kinderbijslaginstelling.

Art. 10 Wet van 11 april 1995

Om te beslissen moet de instelling alle nodige informatie verzamelen om de aanvraag te onderzoeken.

Als ze informatie vraagt aan een andere Belgische socialezekerheidsinstelling:

  • moet de aanvrager daarvan op de hoogte gebracht worden;
  • wordt de onderzoekstermijn niet verlengd.

Als ze aanvullende informatie vraagt aan een buitenlandse instelling:

  • wordt de onderzoekstermijn opgeschort. De termijn begint opnieuw te lopen vanaf de dag waarop de instelling beschikt over de gevraagde voor de beslissing noodzakelijke informatie.

Als ze aanvullende informatie vraagt aan de sociaal verzekerde:

  • wordt de onderzoekstermijn opgeschort. De termijn begint opnieuw te lopen vanaf de dag waarop de instelling beschikt over de gevraagde voor de beslissing noodzakelijke informatie;
  • als de sociaal verzekerde niet antwoordt op de vraag om informatie wordt hem een rappel gestuurd. Als hij niet antwoordt binnen een maand na de rappel, niet aantoont dat een langere antwoordtermijn noodzakelijk is en de instelling de informatie niet uit een andere bron kan verkrijgen, wordt ambtshalve beslist.

Een ambtshalve beslissing wordt genomen op basis van de gegevens in het dossier. Het is een uitzonderlijke regeling die speciaal gemotiveerd moet worden, namelijk in die zin dat de informatie die de sociaal verzekerde ondanks de rappel niet bezorgde, niet elders verkregen kon worden.

Als niet geantwoord kan worden binnen de termijn moet de instelling de aanvrager op de hoogte brengen van de reden, waarbij desgevallend interesten zullen verschuldigd zijn aan de sociaal verzekerde.

Art. 11 van de wet van 11 april 1995

Art. 20 van de wet van 11 april 1995

CO 1314 van 17 april 1998

Top