Voor hetzelfde kind kan slechts eenmaal een adoptiepremie betaald worden aan de adoptant of zijn (huwelijks)partner. Bovendien mag geen van beiden al kraamgeld ontvangen hebben voor het kind.
Als een van de natuurlijke ouders al kraamgeld kreeg voor het kind, vormt dat geen beletsel voor het toekennen van de adoptiepremie.
Het verbod op een cumulatie van het kraamgeld en een adoptiepremie voor eenzelfde kind sluit een verschilbetaling tussen beide niet uit.
Voorbeeld
In een gehuwd lesbisch koppel is één van beide dames zwanger. Voor haar is het haar vierde kind. Voor haar echtgenote is het haar eerste kind. De moeder ontvangt het kraamgeld voor een vierde kind.
Na de geboorte adopteert de meemoeder het kind.
De kinderbijslaginstelling moet het verschil uitbetalen tussen het kraamgeld dat werd uitgekeerd aan de moeder (bedrag rang twee en volgende) en de adoptiepremie (altijd het bedrag van een eerste rang) verschuldigd aan de meemoeder.
Conform CO 1386 moet een sociale controle aangevraagd worden om te ondrzoeken of er een cumulatie bestaat tussen de adoptiepremie en het kraamgeld, indien er nog gegevens zouden ontbreken na het administratief onderzoek door het kinderbijslagfonds.