Voorwaarden
Een student in het niet-erkend hoger onderwijs kan recht hebben op kinderbijslag als hij voldoet aan deze studie- of opleidingsvoorwaarden:
- Tijdige inschrijving als student (begin schooljaar)
- Minimum 17 uren
Een lestijd van 50 minuten wordt gelijkgesteld aan een uur.
les
Worden gelijkgesteld met les:
- verplichte uren praktische oefeningen onder toezicht, binnen de onderwijsinstelling;
- verplichte uren studie onder toezicht, binnen de onderwijsinstelling (maximum 4 uren per week);
- verplichte stages voor een erkend diploma, certificaat of brevet.
- Regelmatig de lessen volgen
Deze situaties doen geen afbreuk aan de regelmaat van het schoolbezoek:
- ziekte van het kind;
- ernstige of besmettelijke ziekte in het gezin;
- uitzonderlijke familiale gebeurtenis;
- verhindering door toevallige verkeersproblemen;
- aanwezigheid van het kind thuis nodig voor de verzorging van de bijslagtrekkende of het gezinshoofd (maximum 120 halve dagen in een schooljaar);
- staking van het onderwijzend personeel;
- door de directie van de onderwijsinstelling als gewettigd beschouwde afwezigheid.
Controlemiddelen
Inschrijving als werkzoekende schoolverlater
- D043 (A200): Het rechtgevende kind wordt onmiddellijk beschouwd als niet langer zijnde student. Het formulier P20a wordt verstuurd.
Tijdige inschrijving als student
- P7B: antwoord op vraag 71
Minimum 17 lesuren
- P7 B: antwoord op vraag 11
Regelmatig de lessen volgen
- P7A: vraag 3 gaat na of de jongere zijn studies heeft stopgezet
Formulier P7 op 15 september naar de bijslagtrekkende sturen.
Indien de voorwaarden niet vervuld zijn
De datum bepalen waarop het recht op kinderbijslag eindigt.
Aandachtspunten
Bij stopzetting van de studies steeds nagaan welke situatie aansluit op de beëindiging van de studies (vb. inschrijving als werkzoekende,...) om onmiddellijk een eventueel nieuw recht op kinderbijslag te onderzoeken.