Om recht te hebben op kinderbijslag moet een student hoger onderwijs
Worden beschouwd als hoger onderwijs:
- het als zodanig erkend hoger onderwijs in België;
- het buitenlands hoger onderwijs met een studieprogramma dat door de buitenlandse overheid erkend is of dat overeenstemt met een door die overheid erkend programma;
- de vorming van bedienaars voor een eredienst erkend door de Staat;
- wetenschappelijke leergangen als voorbereiding op de koninklijke militaire school of ingenieurstudies.
in het BAMA-systeem:
Na de Verklaring van Bologna van 19 juni 1999 werd het Europees hoger onderwijs hervormd: de Bachelor-Master-structuur (evaluatie van het onderwijs uitgedrukt in studiepunten die de globale werkdruk voor de student weerspiegelen) vervangt de vroegere structuur van kandidaturen en licenties (evaluatie van het onderwijs uitgedrukt in lesuren ex cathedra).
Het BAMA-systeem werd vanaf het academiejaar 2004-2005 geleidelijk ingevoerd en wordt sinds het academiejaar 2009-2010 toegepast in het hele hoger onderwijs.
De overgangsmaatregelen voor dossiers die nog onder de oude structuur vallen, vindt u terug in de CO 1354.
- ingeschreven zijn in één of meer instellingen voor hoger onderwijs
- om er één of meer opleidingen te volgen
- voor in totaal minstens 27 studiepunten per academiejaar.
Bijzondere gevallen
DOCTORAATSVERHANDELING
De studiepunten voor de redactie van een doctoraatsverhandeling tellen niet mee voor de 27 studiepunten, maar de studiepunten voor een doctoraatsopleiding wel.
VERLENGDE TWEEDE ZITTIJD
De student behoudt zijn recht op kinderbijslag:
- als hij de toestemming krijgt van de hogeschool of universiteit om zijn laatste academiejaar te voltooien na de tweede zittijd:
- in het eerste semester van het volgende academiejaar (uiterlijk tot 31 januari),
- zonder nieuwe inschrijving;
- en als hij tijdens zijn laatste academiejaar minstens 41 studiepunten heeft afgewerkt.
De verlengde tweede zittijd wordt enkel toegepast in onderwijsinstellingen van de Franse Gemeenschap.
HOGER BEROEPSONDERWIJS
Ook in het hoger beroepsonderwijs heeft een student recht op kinderbijslag als hij voldoet aan de hierboven vermelde voorwaarden.
Begin van het recht op kinderbijslag
Er is recht op kinderbijslag voor het volledige academiejaar als in totaal minstens 27 studiepunten bereikt zijn:
- ofwel door een inschrijving ten laatste op 30 november van het betrokken academiejaar;
- ofwel door verscheidene inschrijvingen waarvan de eerste uiterlijk op die datum gebeurde.
De student die zich inschrijft vóór 1 december maar op dat moment geen 27 studiepunten heeft, kan dus met terugwerkende kracht recht hebben op kinderbijslag vanaf het begin van het academiejaar als er in de loop van het schooljaar studiepunten bijkomen waardoor hij die norm haalt.
Als de student tijdens het academiejaar het totaal van 27 studiepunten bereikt door een of meer inschrijvingen na 30 november, dan heeft hij recht op kinderbijslag vanaf de eerste maand na de datum van de (eerste) inschrijving.
Voorbeeld
Einde van het recht op kinderbijslag
Het recht op kinderbijslag eindigt op het einde van de maand waarin de student:
- zijn inschrijving(en) terugbrengt tot minder dan 27 studiepunten;
- of de opleiding(en) waarvoor hij was ingeschreven, stopzet of beëindigt.
Bijzonder geval
Als de student zijn schoolbezoek onderbreekt omdat hij langdurig ziek is, kan hij recht hebben op kinderbijslag voor het daaropvolgende academiejaar. Maar dan moet hij zich voor het nieuwe academiejaar wel opnieuw inschrijven als student voor minstens 27 studiepunten.