Voorwaarden
1. Een bijzondere forfaitaire bijslag (10 G) kan toegekend worden voor kinderen geplaatst in een instelling ten laste van de overheid.
2. De bijslag is bestemd voor de persoon die de gewaarborgde gezinsbijslag kreeg voor het kind onmiddellijk vóór de plaatsing.
3. De bijslagtrekkende van de bijslag moet het kind gedeeltelijk blijven opvoeden.
4. De aanvrager (hij die het kind vóór de plaatsing hoofdzakelijk ten laste had) en het geplaatste kind moeten de algemene voorwaarden voor de gewaarborgde gezinsbijslag blijven vervullen, behalve de voorwaarde dat de aanvrager het kind ten laste moet hebben.
De forfaitaire bijslag voor geplaatste kinderen bestaat sinds 1 juli 1998.
Art. 45 van de wet van 22 februari 1998
KB van 29 mei 2000
Controlemiddelen
1. Controle op de plaatsing van het kind
- FAMIFED wordt ingelicht door de bevoegde administratieve overheid
- Vlaamse overheid = het Agentschap Jongerenwelzijn informeert per e-mail de betaaldienst bij de plaatsing
- Franse Gemeenschap = de "Direction Générale de l'Aide à la Jeunesse" informeert per brief de betaaldienst bij de plaatsing aan de hand van het formulier D227. - FAMIFED wordt rechtstreeks ingelicht
- door de instelling die het kind opvangt,
- door het gezin,
- door een andere instelling.
In dat geval moet het officiële plaatsingsbericht worden opgevraagd bij de bevoegde administratieve overheid.
2. Controle op de bijslagtrekkende
De bijslagtrekkende van de bijzondere forfaitaire bijslag is de persoon die de gewaarborgde gezinsbijslag ontving vóór de plaatsing.
In het belang van het kind kan de Jeugdrechtbank beslissen over het gebruik van de forfaitaire bijslag.
Die kan gestort worden op een rekening op naam van het kind. In dat geval moet de D227 uitdrukkelijk vermelden dat de bijslag gestort wordt op een dergelijke rekening met verwijzing naar de wetgeving van de gewaarborgde gezinsbijslag.
3. Controle op het feit dat de bijslagtrekkende het kind gedeeltelijk blijft opvoeden
Die voorwaarde kan gecontroleerd worden aan de hand van het periodiek controleformulier voor geplaatste kinderen P3a (vraag 5 van de P3a).
4. Controle op de voorwaarden van de wet op de gewaarborgde gezinsbijslag voor de aanvrager (rechthebbende) en het rechtgevend kind
Met uitzondering van de voorwaarde van het ten laste hebben, controleert men of de persoon die de gewaarborgde gezinsbijslag aanvroeg en die het kind ten laste had vóór de plaatsing, de voorwaarden blijft vervullen.
Indien de voorwaarden niet vervuld zijn
De bijzondere forfaitaire bijslag kan niet toegekend worden.
Aandachtspunten
- Periodiciteit van de betaling van de forfaitaire bijslag: maandelijks.
- Begin van de betaling van de forfaitaire bijslag:
de eerste dag van de maand na die waarin de plaatsing begint.
- Einde van de betaling van de forfaitaire bijslag:
Bij het einde van de plaatsing is de forfaitaire bijslag verschuldigd tot het einde van de maand vóór die waarin de plaatsing eindigde.
Een kind voor wie een forfaitaire bijslag wordt toegekend komt niet in aanmerking voor eventuele groepering met andere kinderen zoals soms het geval is in de algemene kinderbijslagregeling.