Situatie
In een gehuwd lesbisch koppel is één van beide dames zwanger.
Voor haar is het haar vierde kind. Voor haar echtgenote is het haar eerste kind.
De moeder ontvangt het kraamgeld voor een vierde kind.
Na de geboorte adopteert de meemoeder het kind.
Advies
De kinderbijslaginstelling moet het verschil uitbetalen tussen het kraamgeld dat werd uitgekeerd aan de moeder en de adoptiepremie verschuldigd aan de meemoeder.
Rechtvaardiging
Aangezien de meemoeder het kind pas geruime tijd na de geboorte kan adopteren, moet in eerste instantie het kraamgeld aan de moeder betaald worden.
Om een coherente toepassing van de reglementering na te streven en om koppels van hetzelfde geslacht niet te discrimineren, moet het verschil tussen het kraamgeld dat al aan de moeder werd uitgekeerd en de adoptiepremie verschuldigd aan de meemoeder worden verrekend.
Hier betekent dit dat de kinderbijslaginstelling het verschil tussen het kraamgeld voor een vierde kind (bedrag rang 2 en volgende) en de adoptiepremie (altijd een eerste rang) moet betalen.