Situatie die een plaatsing in een pleeggezin benadert

Een pleegkind kan zelfstandig wonen onder toezicht en begeleiding.

Fictief pleeggezin

De minderjarige of meerderjarige jongere wordt beschouwd als geplaatst in een pleeggezin, zelfs wanneer hij niet fysiek in dit gezin verblijft, onder twee cumulatieve voorwaarden:

• er is een gerechtelijke beslissing of een beslissing tot hulp of bijzondere bijstand.
• in die beslissing wordt het kind toevertrouwd aan een pleeggezin, belast met het toezicht en de begeleiding van de jongere.

Bij een situatie die een plaatsing in een pleeggezin benadert, wordt de kinderbijslag betaald aan de persoon in het pleeggezin die belast is met het toezicht en de begeleiding van de jongere.

Als de plaatsingsmaatregel een einde neemt, is Art. 51, §3, 7° AKBW niet meer van toepassing.

Art. 51, §3, 7° AKBW

MO 509 van 6 maart 1992 - Kinderbijslag voor kinderen geplaatst overeenkomstig de artikelen 51, § 3, 7° en 70 GW (uittreksel)

Voorbeelden van situaties die een plaatsing in een pleeggezin benaderen.