Impliciet afgeschaft vanaf 30 april 1996 - Wet van 29 april 1996, art. 51 (B.S. 30 april 1996).
Artikel 1. § 1. De kinderbijslag wordt gedurende een periode van 360 kalenderdagen toegekend voor een kind dat studies, een leertijd, een vorming of een stage om in een ambt te worden benoemd, beëindigt die voldeden aan de voorwaarden bepaald door of krachtens artikel 62 AKBW op voorwaarde:
1°dat...
Artikel 1. De gehandicapte kinderen bedoeld bij artikel 47 van de geordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders zijn gerechtigd op de bij dat artikel bepaalde kinderbijslag, als zij voldoen aan de voorwaarden, welke bij dit besluit worden vastgesteld.
Art. 2. § 1. Het kind moet...
Artikel 1. De kinderbijslag bepaald bij artikel 62, § 2, AKBW, wordt verleend ten behoeve van de leerling op voorwaarde dat: (1)
1° zijn leerovereenkomst of -verbintenis erkend en gecontroleerd is:
a) overeenkomstig de reglementering betreffende de voortdurende vorming van de Middenstand;
b) door...
§ 1. Indien zij reeds ten minste vijf jaar werkelijk in België verblijven op de datum van de indiening van de aanvraag om kinderbijslag met toepassing van dit artikel, zijn de personen die verbonden zijn door een leerovereenkomst bedoeld bij de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor...
§ 1. De kinderbijslag wordt ten behoeve van het kind toegekend tot 31 augustus van het kalenderjaar in de loop waarvan het de leeftijd van 18 jaar bereikt.
De Koning kan, onder de voorwaarden die hij bepaalt, de toekenning van de in het eerste lid bedoelde kinderbijslag afhankelijk maken van de...