1. De wetswijziging
Artikel 2 van de wet van 13 december 2005, gepubliceerd in het Belgische Staatsblad van 21 december 2005, heeft een artikel 53bis ingevoegd in het Gerechtelijk Wetboek. Het luidt als volgt:
Artikel 53bis. Ten aanzien van de geadresseerde, en tenzij de wet anders bepaalt, worden de termijnen die beginnen te lopen vanaf een kennisgeving op een papieren drager berekend:
- wanneer de kennisgeving is gebeurd bij gerechtsbrief of bij een ter post aangetekende brief met ontvangstbewijs, vanaf de eerste dag die volgt op deze waarop de brief aangeboden werd op de woonplaats van de geadresseerde of, in voorkomend geval, op zijn verblijfplaats of gekozen woonplaats;
- wanneer de kennisgeving is gebeurd bij aangetekende brief of bij gewone brief, vanaf de derde werkdag die volgt op die waarop de brief aan de postdiensten overhandigd werd, tenzij de geadresseerde het tegendeel bewijst.
Het nieuwe wetsartikel is van toepassing vanaf maandag 2 januari 2006.
Als bijlage gaat een kopie van het uittreksel uit het Belgische Staatsblad.
2. De toepassing
De vonnissen van de arbeidsrechtbank en de arresten van het arbeidshof zijn gerechtelijke uitspraken die de griffie de partijen ter kennis brengt bij gerechtsbrief.
Elke partij heeft een maand de tijd om beroep aan te tekenen tegen een vonnis en drie maanden om cassatieberoep aan te tekenen tegen een arrest. Tot voor kort begon deze termijn te lopen vanaf de dag volgend op deze waarop de gerechtsbrief op het postkantoor werd afgegeven.
Voormeld artikel 53bis stelt nu dat de termijn van een maand of drie maanden begint te lopen vanaf de eerste dag die volgt op deze waarop de brief aangeboden werd op de woonplaats van de geadresseerde.
3. Behandeling van de dossiers
De Rijksdienst vraagt de kinderbijslaginstellingen met deze wetswijziging rekening te houden bij de behandeling van de dossiers waarin een gerechtelijke procedure wordt gevoerd voor een arbeidsgerecht.