Vanaf 1 januari 2007 gelden nieuwe maatregelen ter bestrijding van de werkloosheidsvallen. De Rijksdienst heeft deze nieuwe bepalingen op 25 januari 2007 in een informatievergadering aan de kinderbijslaginstellingen toegelicht.
Met de omzendbrief CO 1362 van 16 februari 2007 ontvingen de kinderbijslaginstellingen de richtlijnen voor de praktische uitvoering.
Naar aanleiding daarvan ontving de Rijksdienst nog vele bijkomende vragen over mogelijke toepassingsgevallen.
1. Overzicht van mogelijke toepassingsgevallen
Als bijlage 1 bij deze dienstbrief gaat een overzicht in tabelvorm van de gestelde vragen en van de oplossingen. De tabel is bedoeld als hulpmiddel voor de dossierbeheerders.
Het geval nr. 14 verdient bijzondere aandacht.
De gelijkgestelde activiteit wordt niet onderbroken door:
- een periode van vergoede volledige werkloosheid van minder dan zes maanden;
- een periode van arbeidsongeschiktheid van minder dan zes maanden;
- een periode van minder dan zes maanden bestaande uit vergoede volledige werkloosheid en uit arbeidsongeschiktheid.
Dit betekent concreet dat zodra de periode zes maanden duurt de activiteit en dus ook de gelijkstelling wordt onderbroken. De onderbreking heeft uitwerking vanaf de laatste dag van de zesde maand.
Bijgevolg eindigt de gelijkstelling in het voorbeeld 14 op 30 juni 2008.
2. Statistieken werkhervatting
Als bijlage 2 gaat het model van statitistiek over de werkhervatting. Het gebruik ervan wordt geïllustreerd met een voorbeeld. Deze statistiek is semestrieel en dient voor de eerste keer in juni 2007 te worden opgemaakt en doorgestuurd aan de dienst Research (statistieken voor het eerste halfjaar).
3. Wijzigingen aan de CO 1362
- Gelieve te noteren dat er in de Franstalige versie van de omzendbrief CO 1362 onterecht wordt vermeld dat het formulier P19sexies semestrieel dient te wordt verzonden. De seriële verzending van dat formulier gebeurt jaarlijks op 15 januari.
- In de Nederlandstalige versie van de omzendbrief dient de laatste zin van de voetnoot 4 op bladzijde 6 geschrapt te worden.
- In tegenstelling tot wat in de CO 1362 wordt vooropgesteld, is geen aanpassing van het koninklijk besluit van 12 juni 1989 inzake de provisionele betaling van de kinderbijslag noodzakelijk. Dit neemt niet weg dat gegeven richtlijnen die gelden bij niet-terugzending van de controleformulieren P19quater, P19quinquies en P19sexies onverkort van kracht blijven.
4. Brevet van rechthebbende
Het brevet van rechthebbende wordt momenteel herzien in het licht van de nieuwe maatregel tot toekenning van een supplement van 20 EUR aan éénoudergezinnen met een bruto-inkomen van maximum EUR 1740,15 per maand. De geactualiseerde versie van het brevet zal u later met een aparte dienstbrief bezorgd worden.