De invoering van een multifunctionele aangifte van loon- en arbeidsgegevens heeft als doel te waarborgen dat een werkgever elk gegeven over loon- en arbeidstijd, waarvan hij de authentieke bron is, nog slechts éénmaal moet meedelen voor de toepassing van de hele sociale zekerheid. Hierdoor zullen de administratieve verplichtingen van de werkgever sterk verminderen en kunnen een aanzienlijk aantal formulieren afgeschaft of sterk verminderd worden.
De gegevens met betrekking tot periodes van niet-tewerkstelling van de werknemers welke door de werkgever niet gekwalificeerd worden, moeten derhalve niet meer door hem meegedeeld worden en zullen in de toekomst via het telematisch netwerk van de sociale zekerheid verstrekt worden.
Om het multifunctioneel karakter van de aangifte te bekomen en om reden van vereenvoudiging diende echter vooraf een harmonisering van de begrippen arbeidsdag, gelijkgestelde dag en loon doorgevoerd te worden en moesten rekenregels uitgewerkt worden voor de berekening van de referteperiodes die kunnen verschillen van sector tot sector. De desbetreffende ontwerpen van koninklijk of ministerieel besluit zijn inmiddels opgesteld.
De invoering van deze multifunctionele aangifte heeft dus tot gevolg dat:
- de huidige driemaandelijkse RSZ-aangifte moet omgevormd worden naar een multifunctionele driemaandelijkse RSZ-aangifte.
- een bijkomende aangifte, "bijlage bij sociaal risico" genoemd, die eveneens door de werkgever moet gebeuren, moet uitgewerkt worden. Deze specifieke aangifte bevat de socio-professionele gegevens die de instellingen van de sociale zekerheid nodig hebben voor de vrijwaring van de sociale rechten in de loop van het trimester.
- gegevensuitwisseling tussen instellingen van sociale zekerheid via het telematisch netwerk van de sociale zekerheid georganiseerd moeten worden met betrekking tot periodes van inactiviteit die aanleiding geven tot de toekenning van een vervangingsinkomen.
Aangezien niet alle gegevens betreffende de dagen gelijkgesteld met arbeid door de werkgever worden versterkt, stelt de Rijksdienst elektronische gegevensstromen op, gericht op de dagen bedoeld in art. 53 van de gecoördineerde wetten betreffende de kinderbijslag voor werknemers.
Deze gegevensstromen, die moeten waarborgen dat alle socio-professionele situaties van de actoren binnen het stelsel van de kinderbijslagen gekend zijn, zijn afkomstig van de instellingen die deze gekwalificeerde gegevens bezitten.
In deze context zijn de stromen betreffende de werkloosheids-, de loopbaanonderbrekings- en de arbeidsongeschiktheidsgegevens reeds operationeel (stromen A011, A020 en A014).
Andere stromen worden momenteel ontwikkeld, zoals die afkomstig van de sectoren arbeidsongevallen, beroepsziekten en zelfstandigen.
Vanzelfsprekend zal de Rijksdienst de fondsen bij de implementatie ervan betrekken.