In samenwerking met de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (KSZ) en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) heeft FAMIFED de consultatieflux L035 (P063 in de terminologie van het Kadaster) ontwikkeld. Via deze raadpleging kunnen de kinderbijslaginstellingen de gegevens inzake de niet-vergoede werkloosheid van de sociaal verzekerden opvragen.
1. ALGEMEEN
Momenteel gebeurt de opvolging van de toekenningsvoorwaarden van de kinderbijslag voor niet-vergoede werklozen op basis van de beslissingen die RVA overmaakt aan de sociaal verzekerden inzake de periodes waarin de betrokkene wordt uitgesloten of gesanctioneerd op basis van het Koninklijk Besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.
Deze beslissingen dienen door de kinderbijslaginstellingen te worden opgevraagd bij de sociaal verzekerden.
Vanaf 17 december 2014 kunnen de kinderbijslaginstellingen deze gegevens over niet-vergoede werklozen rechtstreeks raadplegen bij RVA.
Op die dag vervalt dan ook omzendbrief 997/65 van 24 maart 2006 en alle gelieerde interpretaties.
Vanaf 17 december 2014 worden dus de hierna volgende richtlijnen van toepassing.
2. GEGEVENSGEDEELTE
2.1. Request
Voor het raadplegen van de flux L035 moeten de kinderbijslaginstellingen de volgende gegevens meedelen:
-
PersonINSS: INSZ van de natuurlijke persoon voor wie de kinderbijslaginstelling een consultatie L035 wenst.
-
EnquiryPeriod: periode waarvoor de kinderbijslaginstelling de flux L035 wenst te consulteren.
2.2. Response
Via de raadpleging L035 zijn de volgende gegevens beschikbaar voor de kinderbijslaginstellingen:
-
Sanction: bevat de gegevens inzake de sanctie van de sociaal verzekerde:
-
StartDate: bevat de reële begindatum van de sanctie.
-
Enddate: bevat de einddatum van de sanctie.
-
NbrOfWeeks: bevat het totaal aantal weken van de sanctie.
-
Exclusion: bevat de gegevens inzake de uitsluiting van de sociaal verzekerde:
- StartDate: bevat al dan niet de reële begindatum van de uitsluiting (zie punt 3. Recht op kinderbijslag als niet-vergoede werkloze).
-
AdmissibilityArticle: bevat het artikel van toelaatbaarheid (zie bijlage 1).
Deze zone bevat het artikel in de werkloosheidsreglementering (KB van 25 november 1991) op basis waarvan het recht op werkloosheidsuitkeringen werd geweigerd door RVA. Een AdmisibilityArticle komt enkel voor als de zone " Exclusion" ingevuld is, niet bij de zone "Sanction".
-
IndemnisabilityArticle: bevat het artikel van vergoedbaarheid (zie bijlage 2).
Deze zone bevat het artikel in de werkloosheidsreglementering (KB van 25 november 1991) op basis waarvan een persoon die gerechtigd is op uitkeringen niet kan worden vergoed. Een IndemnisabilityArticle kan zowel voorkomen bij de zone "Exclusion" als bij de zone "Sanction".
De technische beschrijving van het bericht L035 is beschikbaar en kan geraadpleegd worden op de website van FAMIFED: http://www.famifed.be (klikken op " Professionelen", vervolgens "Info voor de professionele gebruiker", dan " Technische documentatie", daarna "Beschrijving berichten kadaster" en tenslotte op code P063).
3. RECHT OP KINDERBIJSLAG ALS NIET-VERGOEDE WERKLOZE
3.1. Algemene principes
-
De niet-vergoede werkloze kan op basis van zijn niet-vergoede werkloosheid hoe dan ook geen recht op kinderbijslag openen voor de periodes waarvoor hij reeds een recht op kinderbijslag kan openen in een andere hoedanigheid krachtens de AKBW (tot 29 juni 2014 krachtens de KBW of krachtens de regeling voor zelfstandigen).
-
Het recht op basis van de niet-vergoede werkloosheid primeert wel op het recht op gewaarborgde kinderbijslag.
3.2. Vaststellen van nieuw recht
Het vestigen van een nieuw recht uit hoofde van een gesanctioneerde of uitgesloten werkloze rechthebbende (artikel 56 novies, 2° AKBW) gebeurt uitsluitend op de raadpleging van de flux L035. Er wordt rekening gehouden met de eigen residuaire aard en de aanvullende aard van het recht op gewaarborgde kinderbijslag.
De hiernavolgende richtlijnen gelden voor alle beslissingen m.b.t. het recht op kinderbijslag op basis van niet-vergoede werkloosheid vanaf 17 december 2014, ongeacht de periode waarop deze beslissing betrekking heeft.
3.2.1. Bij de raadpleging wordt de actor geïdentificeerd als gesanctioneerde of uitgesloten werkloze.
Om na te gaan of het artikel vermeld in de consultatie recht geeft op kinderbijslag, dient de kinderbijslaginstelling zich te baseren op het artikel 4 van het KB van 25 februari 1994.
Indien het artikel recht geeft op kinderbijslag, dient onderzocht te worden wat de reële begindatum is voor de toekenning van de kinderbijslag.
Indien de zone "Sanction" is ingevuld, bevat de zone "BeginDate" de reële begindatum van de sanctie. Vanaf deze datum kan het recht op kinderbijslag worden onderzocht door de kinderbijslaginstelling.
Indien de zone "Exclusion" is ingevuld, kan niet onmiddellijk bepaald worden of de zone "BeginDate" de reële begindatum bevat:
-
Als de zone "AdmissibilityArticle" is ingevuld, bevat de zone "BeginDate" de reële begindatum van de uitsluiting. Vanaf deze datum kan de kinderbi jslaginstelling het recht op kinderbijslag onderzoeken.
-
Als de zone "IndemnisabilityArticle" is ingevuld, is het niet onmiddellijk duidelijk of de zone "BeginDate" de reële begindatum van de uitsluiting bevat. Hiervoor dient de kinderbijslaginstelling bijlage 2 te consulteren. Aan de hand van deze bijlage kunnen de kinderbijslaginstellingen nagaan of de zone " BeginDate" de reële begindatum van de uitsluiting weergeeft.
De waarde 0 in de kolom RET van bijlage 2 duidt aan dat de zone "BeginDate" de reële begindatum bevat. Vanaf deze datum kan de kinderbijslaginstelling dus het recht op kinderbijslag onderzoeken.
De waarde 1 in de kolom RET van bijlage 2 duidt aan dat de zone "BeginDate" een datum weergeeft waarvan niet zeker is dat dit de reële begindatum van de uitsluiting is. De kinderbijslaginstellingen nemen per mail contact op met de dienst Monitoring van FAMIFED: monitoringnl@famifed.be om de reële begindatum te verkrijgen.
De dienst Monitoring zal, na onderzoek van de aanvraag van de kinderbijslaginstelling, op zijn beurt contact opnemen met RVA. Deze deelt vervolgens aan de dienst Monitoring de reële begindatum mee waarop de uitsluiting ingaat. Deze begindatum kan mogelijks gelijk zijn aan de datum die werd meegegeven in de consultatie.
De dienst Monitoring zal de gegevens van RVA per mail overmaken aan de kinderbijslaginstelling.
Aandachtspunt
Wanneer het uit bericht L035 blijkt dat de beslissing m.b.t. de niet-vergoede werkloosheid voor eenzelfde periode gebaseerd is op verschillende artikelen waarvan sommigen een beletsel vormen voor het recht op kinderbijslag en andere niet, dan primeert het artikel met de meest restrictieve waarde.
3.2.2. Bij de raadpleging is de actor niet bekend en over hem kan via de flux L035 geen enkel gegeven verkregen worden.
Bij gebrek aan gegevens om een recht op kinderbijslag op basis van de gecoördineerde kinderbijslagwet te openen (zie punt 4: Toelichting van "KB van 25 februari 1994"), dienen de kinderbijslaginstellingen deze dossiers over te maken aan de dienst Gewaarborgde Gezinsbijslag van FAMIFED, voor zover er geen enkel ander recht op kinderbijslag bestaat voor hetzelfde kind uit hoofde van die rechthebbende of een andere potentiële rechthebbende.
De dienst Gewaarborgde Gezinsbijslag zal vervolgens op basis van de wetgeving gewaarborgde gezinsbijslag het recht onderzoeken.
Op het brevet moet vermeld worden dat de flux L035 geraadpleegd werd (rubriek "diversen").
3.3 Voortgezet recht : het recht is vastgesteld uit hoofde van de gesanctioneerde of uitgesloten werkloze rechthebbende
FAMIFED vraagt de kinderbijslaginstellingen ervan uit te gaan dat de rechtsgrond, op 17 december 2014 al vastgesteld voor de actieve dossiers uit hoofde van niet-vergoede werkloze rechthebbenden, van toepassing blijft. De actieve dossiers dienen bijgevolg niet systematisch te worden herzien. De nieuwe richtlijnen gelden pas zodra er een nieuwe beslissing m.b.t het recht op kinderbijslag op basis van de niet-vergoede werkloosheid dient te worden genomen.
Als een kinderbijslaginstelling het recht uit hoofde van een niet-vergoede werkloze opnieuw moet onderzoeken, moet vanaf 17 december 2014 de flux L035 geraadpleegd worden.
Als een niet-vergoede werkloze geen recht op kinderbijslag verkrijgt op basis van een andere hoedanigheid, als werknemer of als zelfstandige, moeten de kinderbijslaginstellingen zich voor die dossiers baseren op de gegevens van de flux L035 en moet het dossier opnieuw worden onderzocht op basis van deze gegevens vanaf de datum van de gebeurtenis naar aanleiding waarvan een nieuwe beslissing dient te worden genomen.
Als de flux L035 een uitsluitingsartikel of een sanctie die verschilt van het proces-verbaal in het bezit van de kinderbijslaginstelling aangeeft, wordt vastg esteld dat het recht op kinderbijslag wordt voortgezet op basis van de elementen aangegeven in de flux L035 en met behulp van de bijlagen met beslissingsgegevens. Om pragmatische redenen dient men niet terug te komen op betalingen die werden uitgevoerd voor periodes die aan datum van de wijzigende gebeurtenis voorafgaan.
Als de beslissing aan de basis van het recht voor beperkte duur wordt genomen, moeten de kinderbijslaginstellingen de flux L035 raadplegen als de beslissing van RVA verstrijkt, om het einde van het statuut van de rechthebbende definitief vast te stellen of om eventuele nieuwe beslissingen of verlengingen te detecteren.
4. TOELICHTING VAN "KB VAN 25 FEBRUARI 1994"
FAMIFED maakt van de gelegenheid gebruik om toelichting te geven omtrent het "KB van 25 februari 1994".
4.1. Artikel 4, § 1 van het KB van 25 februari 1994
Wanneer iemand voor een bepaalde periode niet vergoed wordt door de werkloosheidsregeling om een reden die geen beletsel vormt voor de toekenning van de hoedanigheid van rechthebbende, dan moet die persoon zich tijdens die periode onderwerpen aan de controle voorzien in de werkloosheidsregelgeving, ingeschreven zijn als werkzoekende en beschikbaar zijn op de arbeidsmarkt.
Voor die drie voorwaarden (inschrijving, controle, beschikbaarheid) moet men voor de hoedanigheid van rechthebbende aannemen dat een werkloze zich tijdens de periode van niet-vergoeding onderwierp aan de controlemaatregelen, ingeschreven was als werkzoekende en beschikbaar was op de arbeidsmarkt, wanneer RVA niet meer controleert of die voorwaarden zijn nageleefd. Een kinderbijslaginstelling mag de hoedanigheid van rechthebbende niet weigeren via een interpretatie van die begrippen op basis van eventuele elementen in het dossier. De niet-vergoede persoon moet echter effectief in België verblijven.
4.2. Artikel 4, § 2 van het KB van 25 februari 1994
Alle niet-vergoede volledig werklozen, hoofdzakelijk de gesanctioneerde als de uitgesloten werklozen, krijgen de hoedanigheid van rechthebbende toegekend, behalve in de volgende gevallen:
-
een werkloze opent het recht in een andere hoedanigheid (werknemer, zelfstandige).
-
het betreft een ex-student tijdens de beroepsinschakelingstijd in de 360 kalenderdagen van de initiële toekenningsperiode (KB van 12 augustus 1985).
-
de uitsluiting uit de werkloosheid berust op de toepassing van een of meer van de volgende artikelen van het KB van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering: artikelen 52, §§ 2 en 3, 52bis, § 2, alinea 2, 56, 58, 66, 67, 68, §§ 1 en 2, 69, 71, 153, alinea 3, 154, alinea 2, 155, alinea 2 en 156.
-
de inschrijving van een matroos of shoreganger bij de Pool van de zeelieden ter koopvaardij is ingetrokken.
Voor de niet-vergoede volledig werklozen die op basis van de artikelen 30, 31, 32, 33, 34, 36, §§ 1 en 2, 37, 38, 43 en 55, 2°, 4° en 5° van het KB van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering of de artikelen 32 tot 36 van het KB van 9 april 1965 betreffende de Pool van de zeelieden ter koopvaardij een aanvullend recht op kinderbijslag openen, mag bovendien geen enkel ander gezinslid van de rechthebbende een recht kunnen openen op kinderbijslag.
Om het dossierbeheer te vergemakkelijken bevatten de bijlagen 1 en 2 een kolom die aangeeft of het vermelde artikel een absoluut beletsel (A) vormt of een recht (R) dat enkel kan uitgeoefend worden als geen enkel ander gezinslid een recht op kinderbijslag opent. In alle andere gevallen is er recht op kinderbijslag, tenzij de niet-vergoede werkloze een recht kan verwerven op basis van de algemene kinderbijslagwet (AKBW) (tot 29 juni 2014 krachtens de KBW of krachtens de regeling voor zelfstandigen).
Deze oplossing is gebaseerd op artikel 4, §1 van het KB van 25 februari 1994 dat bepaalt: "Is rechthebbende op kinderbijslag tegen de bedragen bepaald in artikel 40 van dezelfde wetten, voor de niet vergoede werkloosheidsperiodes, de volledig werkloze, voor zover hij, behoudens vrijstelling, als werkzoekende is ingeschreven, beschikbaar is voor de arbeidsmarkt en zich onderwerpt aan de controle die door de in artikel 1 vermelde reglementeringen ingericht is".
4.3. Aandachtspunt : artikel 36
Inzake artikel 36 van het KB van 25 november 1991 moet het volgende onderscheid gemaakt worden:
-
Wanneer een jonge schoolverlater niet vergoed wordt omdat hij zijn beroepsinschakelingstijd niet of niet volledig heeft vervuld, blijft dit element een beletsel voor het recht op gezinsbijslag gedurende de eerste 360 kalenderdagen van die wachttijd (potentieel recht op basis van artikel 56sexies KBW);
Vanaf de 361ste kalenderdag is de gewone regeling op het vlak van toelaatbaarheid van toepassing, ook als een deel van de wachttijd nog moet vervuld worden. Deze regel is eveneens van toepassing als de beroepsinschakelingstijd en dus ook de toekenningsperiode wordt verlengd bij gebrek aan 2 positieve evaluaties.
De kinderbijslaginstellingen gaan zelf na voor welke periode het beletsel van toepassing is.
-
Wanneer een jonge schoolverlater niet wordt vergoed omdat hij een andere voorwaarde van art. 36 niet vervult (bv. het niet voltooien van de studies op basis waarvan het recht gevestigd wordt), wordt hetzelfde principe toegepast als bij het niet-naleven van de andere voorwaarden van toelaatbaarheid, namelijk geen beletsel, maar het recht is aanvullend en is dus niet geldig als een ander gezinslid een recht op kinderbijslag opent.
-
Bij samenloop van uitsluitingen, enerzijds voor het niet vervullen van de beroepsinschakelingstijd (geval a) en anderzijds het niet-naleven van een andere voorwaarde voor toelaatbaarheid (geval b), primeert het beletsel zoals uiteengezet in punt a gedurende de eerste 360 kalenderdagen van de wachttijd.
5. PRAKTISCHE MODALITEITEN
De raadpleging L035 zal beschikbaar zijn voor de kinderbijslaginstellingen vanaf 17 december 2014.
Op dat moment wordt de nieuwe elektronische gegevensstroom L035 de unieke en authentiekegegevensbron inzake niet-vergoede werklozen. FAMIFED heeft immers vastgesteld dat een aantal kinderbijslaginstellingen de consultatiestroom L609 (P060 in de terminologie van het Kadaster) verkeerdelijk aanwenden om te bepalen of een sociaal verzekerde een niet-vergoede werkloze was. Deze gegevensstroom geeft in het kader van het debetbeheer aan bij welke instellingen van de sociale zekerheid de betrokkene gekend is (zie omzendbrief 997/50 van 21 maart 2001). De vermelding "RVA gecontroleerde werkloze fase 00" met begin- en einddatum in de consultatiestroom L609 duidt helemaal niet aan dat de betrokkene in het stelsel van de werkloosheid niet vergoed is. Deze vermelding geeft enkel aan dat de betrokkene gekend is bij de werkloosheidssector.
Dossierbeheerders die gegevens inzake niet-vergoede werklozen wensen te bekomen dienen dus de gegevensstroom L035 te consulteren, dossierbeheerders die in het kader van intersectorale inhoudingen gegevens wensen te verkrijgen omtrent andere instellingen dienen dus de gegevensstroom L609 te consulteren.
Met het oog op een uniforme behandeling van de dossiers wordt aan de kinderbijslaginstellingen gevraagd voortaan de volgende werkwijze toe te passen:
Vaststelling van |
Unieke en authentieke bron |
Volledig vergoede werkloosheid |
A011,L (P042) / A011 (D042) |
Niet-vergoede volledige werkloosheid |
L035 (P063) |
De periodes waarvoor én in de fluxen A011,L / A011 geen vergoede volledige werkloosheid wordt vastgesteld (1) én in de flux L035 evenmin niet-vergoede volledige werkloosheid (2) én waarvoor geen ander recht op kinderbijslag bestaat (3) worden zonder consultatie van de flux L609 voor verder onderzoek aan de dienst Gewaarborgde Gezinsbijslag overgemaakt. Anders gezegd, de gegevens in de flux L609 zijn enkel dienstig in het raam van intersectorale inhoudingen en hebben dus geen waarde voor de toekenning van het recht op kinderbijslag.
Zoals gewoonlijk kunnen alle technische vragen en meldingen van onregelmatigheden of onvolkomenheden gericht worden aan de dienst Monitoring van het Departement Controle:
Telefoon: 02-237 27 29
Fax: 02-237 23 09
E-mail: monitoringnl@famifed.be