Overeenkomstig artikel 56bis van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders is de wees rechthebbende op kinderbijslag indien op het ogenblik van het overlijden van één van de ouders, de vader of de moeder in de loop van de twaalf maanden die onmiddellijk het overlijden voorafgaan de voorwaarden heeft vervuld om aanspraak te maken op ten minste zes maandelijkse forfaitaire bijslagen.
Een wees die ten volle wordt geadopteerd overeenkomstig Titel VIII, Hoofdstuk III, van het Burgerlijk Wetboek door de persoon die onmiddellijk vóór het overlijden van de ouder een huishouden vormde met deze ouder in de zin van artikel 56bis, § 2, tweede lid, G.W., behoudt voor de toepassing van de kinderbijslagregeling zijn hoedanigheid van wees.
Een kind dat ten volle is geadopteerd overeenkomstig Titel VIII, Hoofdstuk III, van het Burgerlijk Wetboek door de persoon die een huishouden vormt in de zin van artikel 56bis, §2, eerste lid, G.W. met een ouder van het kind, kan rechtgevend zijn op wezenbijslag bij het overlijden van deze ouder.
Deze omzendbrief is van toepassing vanaf 1 januari 1990.