TabsTexte Ik heb de eer U mede te delen dat ik, krachtens het voormeld artikel 51,§ 4 en op eensluidend advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers, besloten heb het openen van het recht op kinderbijslag bij algemene afwijking te behouden uit hoofde van de persoon die rechthebbende was krachtens artikel 51, § 3, 7° van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders ten behoeve van de kinderen voor wie de maatregel van een plaatsing in een onthaalgezin ophoudt na hun burgerlijke meerderjarigheid. Het kind moet verplicht blijven deel uitmaken van het gezin van deze rechthebbende. Deze rechthebbende zal zijn hoedanigheid van rechthebbende behouden zolang het kind deel uitmaakt van zijn gezin. Deze omzendbrief heeft uitwerking met ingang van 1 mei 1990, datum van inwerkingtreding van de wet van 19 januari 1990 tot verlaging van de leeftijd van burgerlijke meerderjarigheid tot achttien jaar. Hij is van toepassing op geplaatste kinderen die op 1 mei 1990 de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt. RéférencesLegal Reference: Artikel 51 uit Kinderbijslagwet werknemers MetadataDate d'entrée en vigueur: 03/08/1990Date de promulgation: 03/08/1990Mots clés: MEERDERJARIGHEID VAN HET KINDPLAATSING VAN EEN KIND \ ONTHAALGEZIN