Het koninklijk besluit nr. 54 genomen ter uitvoering van de wet van 2 februari 1982 tot toekenning van bepaalde bijzondere machten aan de Koning, (...), wil artikel 60, G.W. vervangen.
Het nieuw artikel 60 regelt het vraagstuk van de cumulatie van gezinsbijslag van de Belgische regeling met aanspraken op uitkeringen van dezelfde aard bestaande in andere Belgische en buitenlandse wettelijke regelingen.
In deze omzendbrief wordt het bepaalde in artikel 60, G.W. en de richtlijnen voor de uitvoering ervan, behandeld.
SECTIE I: WERKINGSSFEER
I. Cumulatie met buitenlandse uitkeringen
De cumulatie van Belgische kinderbijslag met aanspraken op gezinsuitkeringen krachtens buitenlandse bepalingen is in de regel verboden, tenzij zulks ingevolge een internationale overeenkomst toegelaten is. Dit artikel 60 verschaft een wettelijke grond aan het verbod van cumulatie met buitenlandse gezinsuitkeringen.
De Belgische kinderbijslag moet dus worden verminderd met het bedrag van de in de buitenlandse wettelijke regeling verschuldigde gezinsuitkeringen.
De omstandigheid dat deze uitkeringen als aanvullend of suppletief worden aangemerkt door een buitenlandse regeling, belet niet dat onze wetgeving deze uitkering als prioritair beschouwt en dat derhalve onze regeling suppletief blijft.
Dezelfde regels gelden wanneer gezinsuitkeringen worden verleend krachtens personeelsstatuten van volkenrechtelijke instellingen. (artikel 60, § 1, G.W.)
De toegestane cumulatie met uitkeringen vanwege (...), de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, Eurocontrol, de UNO en diens gespecialiseerde instellingen, is van nu af aan verboden.
II. Cumulatie met andere Belgische gezinsbijslagen
1. Regel
Artikel 60, § 2, G.W. bepaalt dat het bedrag van de gezinsbijslag wordt verminderd met het bedrag van de uitkeringen van dezelfde aard waarop ten behoeve van een rechtgevend kind aanspraak kan worden gemaakt krachtens andere Belgische wettelijke of reglementaire regelingen.
2. Grenzen aan deze regel
Artikel 60, § 2, lid 2 stelt dat deze vermindering niet geldt:
1° wanneer andere Belgische regelingen bepalen dat hun uitkeringen aanvullend zijn met de bijslagen krachtens de G.W. ;
2° wanneer er een recht bestaat in de regeling voor zelfstandigen ;
3° voor het kraamgeld of de geboortepremie welke door een provincie of een gemeente wordt verleend.
SECTIE II: SLOTBEPALINGEN
Deze omzendbrief vervangt de omzendbrief C.O. 1086 van 27 januari 1981 welke komt te vervallen.
Deze omzendbrief heeft gelding vanaf 1 augustus 1982.