KB nr. 213 van 26 september 1983 (Belgisch Staatsblad van 7 oktober 1983), aangevuld door KB nr. 231 van 21 december 1983 (Belgisch Staatsblad van 28 december 1983), door het art. 39 van KB van 22 januari 1985 (Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985) en door het art. 2 van KB van 19 november 1987 (Belgisch Staatsblad van 25 december 1987), bepaalt dat de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en de door hen tewerkgestelde werklieden op het einde van elk jaar recht hebben op een bepaald aantal dagen inhaalrust, variërend van jaar tot jaar, die de uitvoering van de arbeidsovereenkomst schorsen en recht geven op een dagelijks forfaitair loon dat gelijk is aan de werkloosheidsuitkering, vermeerderd met de aanvullende werkloosheidsuitkering die door het Fonds voor bestaanszekerheid voor de arbeiders van de bouwnijverheid wordt toegekend.
De vraag is of de rustdagen toegekend op( 22, 23, 27, 28, 29 en 30 december 1988 n die toegekend op 3, 4, 5, 6, 9 en 10 januari 1989 aan de werknemers van de bouwsector al dan niet dienen gelijkgesteld te worden met arbeidsdagen in de zin van art. 41, al. 2 G.W.
De eerste zes dager waarvan sprake werden toegekend op basis van art. 2 van KB van 8 december 1988 tot vaststelling van de rustdagen als vermindering van de arbeidsduur, toegekend aan de werklieden tewerkgesteld door de werkgevers die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren, besluit genomen in uitvoering van KB nr. 492 van 31 december 1986 tot wijziging van art. 2 van KB nr. 213 van 26 september 1983 zoals het reeds gewijzigd werd bij het KB nr. 231 van 21 december 1983 en bij de herstelwet van 22 januari 1985.
De zes rustdagen van begin 1989 werden toegekend krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 augustus 1987 verplicht gemaakt door het KB van 25 februari 1988, zoals deze gewijzigd werd bij de collectieve overeenkomst van 20 oktober 1988 verplicht gemaakt door KB van 22 december 1988.
Antwoord van dé Heer Minister van Sociale Zaken dd. van 3 juli 1989. Ref.: 5004/89/H.02.2/AF 2421/EW/83112 (uittreksel)
Ik heb de eer U ervan in kennis te stellen dat ik beschouw dat de zes rustdagen toegekend in december 1988 in toepassing van art. 2 van KB nr. 213 van 26 september 1983 betreffende de arbeidsduur in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren aangevuld door het KB nr. 231 en gewijzigd bij de herstelwet van 22 januari 1985 en het KB nr. 492 van 31 december 1986, met arbeidsdagen dienen gelijkgesteld te worden voor de toekenning van de gezinsbijslag.
Alzo ook dienen del 6 rustdagen toegekend in januari 1989 in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 augustus 1987 gesloten in de schoot van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de arbeidsduurvermindering, gelijkgesteld te worden met arbeidsdagen.