- X was schoolgaande tot en met 1 maart 1982.
- ingeschreven als werkzoekende op 9 april. 1982 (met onderbrekingen wegens ziekte van 4 oktober 1982 tot 2 november 1982 en van 4 november 1982 tot 12 november 1982).
- in het genot van werkloosheidsvergoedingen vanaf 5 januari 1983.
- terug schoolgaand vanaf 1 september 1983. Hij volgde regelmatig de lessen gedurende de schooljaren 83/84, 84/85 en 85/86.
Sedert 10 oktober 1985 is hij door de mutualiteit als + 66% arbeidsongeschikt erkend en geniet als dusdanig ziektevergoedingen (model 736N dagvergoeding 698 fr.).
Overeenkomstig art. 12 van KB van 30 december 1975 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt, is het genot van een sociale uitkering bij toepassing van een Belgische of buitenlandse regeling betreffende ziekte, invaliditeit, werkloosheid, arbeidsongevallen of beroepsziekten geen beletsel voor de toekenning van kinderbijslag, indien dit genot voortvloeit uit een in het eerste lid bedoelde toegelaten winstgevende activiteit.
Sedert 10 oktober 1985 geniet X ziektevergoedingen op grond van de vóór het hervatten van de studie toegekende werkloosheidsuitkeringen. Die werkloosheidsuitkering werd hem toegekend op basis van voorheen gevolgde studies.
De ziektevergoeding (sociale uitkering) vloeit dus geenszins voort uit een winstgevende activiteit.
Daarmee rekening houdend, vormen de kwestieuze ziektevergoedingen géén beletsel voor de toekenning van kinderbijslag op grond van art. 62, §4 G.W.
Bron: Juridische Studiën. Ref.: E6370/K35.