TabsTexte In het geval van een meervoudige zwangerschap vragen sommige kinderbijslaginstellingen naar de mogelijkheid van de toekenning voor de geboorte van evenveel uitkeringen van het kraamgeld als er te verwachten kinderen zijn. Standpunt Van De Directie Juridische Studiën Meegedeeld via de nota E/439/CONTR./fn/2dn (Uittreksel) Art. 73bis van de gecoördineerde wetten bepaalt in §1: De kinderbijslagfondsen alsook de in art. 18 bedoelde overheden en openbare instellingen kennen een kraamgeld toe bij de geboorte van elk kind dat recht geeft op kinderbijslag krachtens deze wetten. De tweede alinea verduidelijkt nog: De bijslagtrekkende kan, met ingang van de zesde maand van de zwangerschap, het kraamgeld aanvragen en de uitbetaling ervan bekomen twee maand vóór de vermoedelijke geboortedatum welke vermeld staat in het bij de aanvraag te voegen geneeskundig getuigschrift. Volgens ons kan men in art. 73bis G.W. geen enkel argument vinden om de vooruitbetaling te weigeren van x-maal het kraamgeld in functie van het aantal verwachte kinderen. De kinderbijslaginstellingen moeten dan ook op basis van de bewijselementen per geval overgaan tot het uitvoeren van de bedoelde betalingen, waarvan het sociaal nut niet ter discussie staat. MetadataDate d'entrée en vigueur: 18/08/1994Mots clés: KRAAMGELD \ MEERVOUDIGE GEBOORTE