Het KB van 17 augustus 2007 heeft de voorwaarden met betrekking tot het recht op kinderbijslag voor werkzoekende schoolverlaters gewijzigd.
De gewijzigde voorwaarden werden toegelicht bij CO 1369 van 2 oktober 2007.
Naar aanleiding van die omzendbrief ontving het departement Controle van de Rijksdienst van verschillende kinderbijslagfondsen vragen over de nieuwe toekenningsregels.
Als bijlage 1 gaat het overzicht van de vragen en de antwoorden. Het overzicht is bedoeld als hulpmiddel voor de dossiersbeheerders bij de uitvoering in de praktijk.
Toelichting bij de vragen 13 en 15:
Vraag 13
Aangezien de jongere zich, aansluitend aan de ziekteperiode, niet opnieuw heeft ingeschreven als werkzoekende is Art. 4, §1, eerste alinea van KB van 12 augustus 1985 niet van toepassing en wordt de wachttijd niet verlengd. Op pagina 6 van CO 1369 van 2 oktober 2007 wordt in dit verband opgemerkt dat het recht op kinderbijslag voor de voorbije ziekteperiode volledig verloren gaat wanneer de jongere zich niet binnen vijf werkdagen na het einde van de ziekte inschrijft als werkzoekende. Deze opmerking heeft enkel betrekking op de jongere die zich bij het begin van de wachttijd niet wegens ziekte kon laten inschrijven als werkzoekende (Art. 4, §1, tweede alinea, KB 12 augustus 1985; situatie 2, pagina 5, CO 1369).
Wanneer de jonge werkzoekende ziek wordt in de loop van de wachttijd (Art. 4, §1, eerste alinea KB 12 augustus 1985, situatie 1, pagina 5, CO 1369) en zich na de ziekte niet of te laat opnieuw inschrijft als werkzoekende, gaat enkel de periode waarmee de wachttijd eventueel had kunnen verlengd worden, verloren. Het recht tijdens de normale wachttijd van 180 of 270 kalenderdagen blijft wel behouden.
Vraag 15
De ziekteperiode valt deels voor en deels na 1 juli 2007. De jongere schrijft zich in als werkzoekende binnen vijf werkdagen na het einde van de ziekte. In dat geval kan de kinderbijslag betaald worden vanaf 1 juli 2007. De toekenning van de kinderbijslag vangt immers aan vanaf de eerste dag van de maand tijdens dewelke een nieuw voordeel "bij de wet" wordt ingevoerd (Art. 48, vijfde alinea KBW). Het begrip "wet" dient hier ruim te worden geïnterpreteerd en omvat dus ook een nieuw voordeel ingevoerd o.a. bij een koninklijk besluit.
Als bijlage 2 gaat een standaardbrief om contact op te nemen met de RVA i.v.m. de reden en de periode van schorsing of verlenging van de wachttijd.