Artikel 1. (...)
Art. 2. Opgericht worden:
1° Een Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers;
2° Een Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Zelfstandigen;
Art. 5. (...)
Art. 6. (...)
Art. 7. De Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers wordt beheerd door een beheerscomité, bestaande uit (1):
1° een voorzitter;
2° eenentwintig leden.
De in het eerste lid, 2°, bedoelde leden zijn:
1° zeven vertegenwoordigers van de representatieve werkgeversorganisaties;
2° zeven vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties;
3° een afgevaardigde van de Bond van Grote en van Jonge Gezinnen;
4° een afgevaardigde van de "Ligue des Familles";
5° een afgevaardigde van de vereniging Femmes prévoyantes socialistes; (2)
6° een afgevaardigde van de vereniging Kristelijke Arbeiders Vrouwengilden;
7° een afgevaardigde van de Vereniging der kassen voor Gezinsvergoedingen;
8° een afgevaardigde van de vereniging Mouvement Ouvrier Chrétien;
9° een afgevaardigde van de vereniging Socialistische Vooruitziende Vrouwen. (3)
Art. 8. (...)
Art. 9. De twee diensten waarvan in artikel 2 sprake, worden ieder bestuurd door een houder van de managementfunctie "administrateur-generaal" die belast is met het dagelijksbeheer, bijgestaan door een houder van de managementfunctie " adjunct-administrateur-generaal", beiden aangesteld bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, op voorstel van de minister van wie ze afhangen en hun Beheerscomité.
De Koning bepaalt, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, hun statuut en de procedure van aanstelling. (4)
Art. 10. De inrichting, de werking en het beheer van de twee diensten, waarvan in artikel 2 sprake, worden verder bij koninklijk besluit geregeld.
Art. 11. (...)
Art. 12. (...)
Art. 13. (...)
Art. 14. (...)
Art. 15. (...)
Art. 16. Deze wet treedt in werking de dag, waarop zij in het Belgische Staatsblad is bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 14, dat in werking treedt de eerste dag van het kwartaal volgend op dat tijdens hetwelk de bekendmaking is geschied.
----------------
(1) Ingevoegd door het K.B. van 8.4.1965, art. 3 (M.B. 17.4.1965), van kracht vanaf 1.5.1965, en gewijzigd door K.B. van 28.11.1978, art. 1 (M.B. 16.1.1979), van kracht vanaf 26.1.1979.
(2) Aldus gewijzigd door de programmawet van 19.7.2001, art. 7, a (B.S. 28.7.2001, err. B.S. 29.9.2001), van kracht vanaf 28.7.2001.
(3) Aldus gewijzigd door de programmawet van 19.7.2001, art. 7, b (B.S. 28.7.2001, err. B.S. 29.9.2001), van kracht vanaf 28.7.2001.
(4) Gewijzigd door de programmawet van 8.4.2003, art. 28 (B.S. 17.4.2003), van kracht vanaf 1.2.2003.