De Ministeriële omzendbrief nr. 478 van 05 maart 1990 heeft u onderrichtingen verstrekt omtrent de toepassing van artikel 56, § 2, 3° en 4°, Gecoördineerde Wetten.
Volgens deze onderrichtingen wordt de vermelding, opgenomen in de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, namelijk vervult de medische voorwaarden om een inkomensvervangende tegemoetkoming te bekomen of een integratietegemoetkoming (categorie II, III of IV momenteel zelfredzaamheidsgraad van minstens 9 punten) gelijkgesteld met een arbeidsongeschiktheid van minstens 66 pct.
De bedoeling van deze omzendbrief is de toepassing van deze onderrichtingen uit te breiden tot artikel 56, § 1, 3° en 4° en § 2, 2°, Gecoördineerde Wetten.
Zo kan de medische vaststelling uitgevoerd in het raam van de wet van 27 februari 1987 voortaan in aanmerking genomen worden voor het vaststellen van het recht op kinderbijslag bedoeld in artikel 56, § 1, 3° en 4° en § 2, 2°, Gecoördineerde Wetten.
Onderhavige omzendbrief moet binnen de perken van de verjaring worden toegepast. Hij geeft geen aanleiding tot een ambtshalve herziening van de reeds behandelde dossiers.