Met de koninklijke besluiten van 5 februari 2014 worden de inkomensgrenzen voor de sociale supplementen en de eenoudertoeslag opgetrokken.
Beide koninklijke besluiten treden in werking op 1 juli 2014.
Hierna vindt u de nodige informatie voor de toepassing van de maatregelen.
1. De inkomensgrenzen vóór 1 juli 2014
Voor de toekenning van de sociale toeslagen of de eenoudertoeslag mag het totale bruto maandbedrag van de beroeps- en vervangingsinkomsten maximaal:
- 2.230,74 euro bedragen als de rechthebbende of de bijslagtrekkende alleen woont met de kinderen.
- 2.306,94 euro bedragen als de rechthebbende en zijn/haar echtgeno(o)t(e) of partner samenwonen met de kinderen.
2. De inkomensgrenzen vanaf 1 juli 2014
2.1. Wijzigingen
De voormelde koninklijke besluiten van 5 februari 2014 leiden tot volgende wijzigingen:
- Het grensbedrag om aanspraak te maken op de toeslag voor eenoudergezinnen (sociale toeslag of eenoudertoeslag) wordt afgestemd op de maximumuitkering van de ZIV-regeling sinds 1 april 2013, overeenkomstig artikel 212, zesde lid van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, BS 31 juli 1996.
- Het grensbedrag om als tweeoudergezin aanspraak te maken op een sociale toeslag, wordt vastgelegd door 57,65 EUR tegen de index van 103,14 toe te voegen aan het grensbedrag voor eenoudergezinnen (76,07 EUR tegen de huidige index).
2.2. Concrete wijzigingen
Concreet betekent dit dat vanaf 1 juli 2014 het totale bruto maandbedrag van de beroeps- en vervangingsinkomsten voor de toekenning van de sociale supplementen en de eenoudertoeslag:
- voor de eenoudergezinnen maximaal 2.309,58 euro mag bedragen (d.w.z. als de rechthebbende of de bijslagtrekkende alleen woont met de kinderen);
- voor de tweeoudergezinnen maximaal 2.385,65 euro mag bedragen (d.w.z. als de rechthebbende en zijn/haar echtgeno(o)t(e) of partner samenwonen met de kinderen).
Aandachtspunt:
Aangezien de Algemene Kinderbijslagwet (AKBW) op 30 juni 2014 in voege treedt, is deze verhoging eveneens van toepassing in de zelfstandigendossiers waarin er thans reeds een toeslag wordt betaald (zoals bvb. voor de invalide rechthebbenden of de rustgepensioneerden), maar ook in de zelfstandigendossiers waarin er momenteel geen toeslag wordt betaald, maar waarin er eventueel op grond van de AKBW recht is op een toeslag (met name voor de ex- gewaarborgden en de ex-invaliden die een zelfstandige activiteit aanvatten en de zelfstandige rechthebbenden die een uitkering ontvangen in het kader van de faillissementsverzekering).
2.3. Inwerkingtreding
Voormelde koninklijke besluiten treden in werking op 1 juli 2014.
Aandachtspunten
1. Het ontstaan van het recht op een toeslag (eenoudertoeslag of sociale toeslag) op 1 juli 2014 als gevolg van de verhoging van de inkomensgrens dient voor de toepassing van artikel 48 AKBW als een nieuw voordeel te worden beschouwd. Bijgevolg kan de toeslag worden toegekend vanaf 1 juli 2014 (geen vertragingseffect van een maand).
2. Maar gelet op de inwerkingtreding van de AKBW op 30 juni 2014 zullen de kinderbijslagfondsen vanaf dan ook bevoegd worden voor de kinderbijslagdossiers van de zelfstandigen. Aangezien de overname van de zelfstandigendossiers een bijkomende administratieve werklast voor de fondsen genereert en het prioritair is dat de fondsen in deze overgenomen dossiers een tijdige betaling in de maand augustus garanderen, werd beslist om gefaseerd te werk te gaan.
Zo zal in een eerste fase, noch voor de werknemers, noch voor de zelfstandigen, rekening worden gehouden met de verhoging van de inkomensgrens voor de toekenning van de supplementen in kwestie. Pas in een tweede fase zal de toekenning van de toeslag verschuldigd ingevolge de verhoging van de inkomensgrens worden onderzocht. Dit onderzoek zal gebeuren in september 2014 teneinde de bedoelde supplementen toe te kennen vanaf oktober 2014 en dit met een terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2014.
3. In kader van dit onderzoek zal juli 2014 als referentiemaand dienen.
2.4. Praktische maatregelen
Alle gezinnen die tot één van de doelgroepen behoren (werknemers en zelfstandigen), maar geen toeslag ontvangen, worden op 15 september 2014 aangeschreven met een aangepast formulier P19ter. Deze regel geldt zowel voor de gevallen waar bij het laatste inkomensonderzoek een te hoog inkomen is vastgesteld als voor de dossiers waarin het gezin het formulier P19 of P19ter niet heeft teruggestuurd.
In het aangepaste formulier staan al de nieuwe bedragen en de datum van uitwerking, voor het geval het onderzoek uitwijst dat ze recht hebben op de toeslag, zodat een andere latere informering niet hoeft.
Een exemplaar van deze aangepaste P19ter in de 3 landstalen vindt u als bijlage.
De ontvangen verklaringen (P19) worden binnen de maand na ontvangst verwerkt, zodat de gezinnen de toeslag zo snel mogelijk ontvangen.