Algemeen principe
De erkenning van een kind vestigt de afstamming van bij de geboorte. De persoon die het kind erkent, kan dus een recht op gezinsbijslag openen vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het kind werd geboren.
Als de erkenning plaatsvindt na de geboorte, dan wordt het recht op gezinsbijslag retroactief gevestigd binnen de termijnen van verjaring (5 jaar) vanaf de datum van de aanvraag om gezinsbijslag.
Voorbeelden
Martijn is geboren op 17 juni 2007. Zijn vader erkent hem bij erkenningsakte van 12 februari 2013. De aanvraag om kinderbijslag wordt ingediend op 9 maart 2013. Het recht op kinderbijslag kan worden vastgesteld uit hoofde van de vader vanaf 1 januari 2008.
Dat betekent dat de erkenning van een kind het recht op gezinsbijslag met terugwerkende kracht kan beïnvloeden op het vlak van:
- de aanwijzing van de rechthebbende
- in beperkte mate, het kinderbijslagstelsel dat de definitieve kost draagt van de gezinsbijslag
- het bedrag
Verandering van rechthebbende
Het recht op gezinsbijslag wordt opnieuw onderzocht om de voorrangsgerechtigde rechthebbende te bepalen.
Wijziging van het bedrag van de bijslagen
Als de nieuwe rechthebbende aanspraak kan maken op een hoger bedrag, dan zal het verschil tussen de beide bedragen geregulariseerd worden door het kinderbijslagfonds van de nieuwe rechthebbende binnen de perken van de verjaring.
Er dient geen terugvordering plaats te vinden ten aanzien van de betrokkenen als een voordeliger bedrag werd betaald aan een rechthebbende die ten gevolge van de erkenning het voorrangsrecht verloor.
Wijziging van de ouderschapsregeling
Ingeval van een wijziging van de voorrangsgerechtigde rechthebbende ten gevolge van een erkenning, is het mogelijk dat het ouderlijk gezag over het minderjarig kind ook gewijzigd wordt.
Voorbeeld:
Monique heeft een minderjarig kind, Oscar, waarvan de afstamming enkel ten aanzien van de moeder is vastgesteld.
Monique woont alleen met Oscar.
Op 5 december 2005 wordt Oscar erkend door zijn biologische vader, David, die niet samenwoont met Monique. Er is geen vonnis over het hoederecht van het kind.
Daarom is de regeling van co-ouderschap van toepassing. Het gaat inderdaad om een geval van gezamenlijk ouderlijk gezag gelet op het ontbreken van een vonnis met andersluidende bepalingen.
Wijziging van het bevoegde kinderbijslagstelsel
Als het kinderbijslagdossier door de erkenning overgaat naar een ander stelsel, dient een regularisatie te gebeuren voor de periode die niet verjaard is, tussen de betrokken instellingen.
Sinds 1 juli 2014 is er geen regularisatie meer tussen de stelsels, behalve voor de periodes vóór 1 juli 2014 (met de kinderbijslagregeling voor zelfstandigen).