Situatie
Een op overlevingspensioen gerechtigde grootmoeder is rechthebbende voor haar kleinzoon die in een instelling is geplaatst. De moeder van het kind maakt deel uit van het gezin maar werkt niet. Het kind heeft geen wettelijke vader.
Het kind wordt een bepaalde periode (van 15 juli tot 30 september van hetzelfde jaar) in een opvanggezin geplaatst en keert daarna naar de instelling terug.
Kan het recht voor de grootmoeder worden voortgezet terwijl het kind voor de tweede plaatsing in een instelling deel uitmaakte van het opvanggezin en niet langer van het gezin van de grootmoeder?
Advies
De op overlevingspensioen gerechtigde grootmoeder mag het recht op kinderbijslag behouden.
Rechtvaardiging
Een rechthebbende verkrijgt een recht voor kinderen die ten laste of door bemiddeling van een overheidsinstantie in een instelling geplaatst zijn op voorwaarde dat ze net voor de plaatsing deel uitmaakten van zijn/haar gezin.
Aangezien de plaatsing in een instelling gevolgd wordt door een plaatsing in een opvanggezin en een nieuwe plaatsing in een instelling kunnen die twee plaatsingen als één plaatsing worden beschouwd.