Betrokkene was verbonden door een leerovereenkomst in Frankrijk, over de periode van 1 november 1982 tot 31 oktober 1984. Hij liet zich inschrijven als werkzoekende op 5 november 1984. Na afloop van de wachttijd oordeelde de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening dat de leertijd niet voldeed aan de vereisten van art. 124, 1ste lid, 1° van KB van 20 december 1963 betreffende arbeidsvoorziening en werkloosheid, omdat het een leertijd in het buitenland betrof.
Op 18 september 1986 heeft de ministeriële omzendbrief nr. 445 een oplossing gegeven aan het probleem van de toekenning van kinderbijslag in dergelijke gevallen, door te stellen dat het KB van 12 augustus 1985, dat bepaalt over welke periode en onder welke voorwaarden kinderbijslag wordt toegekend op grond van art. 62, §6 G.W., enkel verwijst naar het niveau van de in art. 124 van het reeds genoemde KB van 20 december 1963 bedoelde studies, en geen enkele bepaling bevat inzake de plaats waar de studies of de leertijd werden volbracht, en evenmin betreffende het feit of de jonge werkzoekende al dan niet vergoedbaar is.
Conform de genoemde omzendbrief heeft de jonge werkzoekende die een leertijd heeft doorlopen in het buitenland dus recht op kinderbijslag tijdens de wachttijd, voor zover het gaat om een kind dat rechtgevend is op Belgische kinderbijslag op het ogenblik dat het de leertijd beëindigt of onderbreekt.
In onderhavig geval trok het kind sinds 1 mei 1984 geen kinderbijslag meer als leerling, omdat het sinds die datum een vergoeding kreeg die hoger lag dan het in art. 62, §2 G.W. bepaalde maximumbedrag.
Met de woorden "rechtgevend op Belgische kinderbijslag" wil men de toepassing van omzendbrief 445 beperken tot kinderen die onder de Belgische kinderbijslagregeling vallen. Dat betekent dat geen kinderbijslag kan worden toegekend op grond van art. 62, §6 G.W. aan werkzoekende die voordien als leerling of student kinderbijslag genoten op grond van een buitenlandse regeling.
In dit geval kan het kind dus, zoals de leerling die een leertijd heeft beëndigd in België, kinderbijslag genieten op grond van art. 62, 6, G.W., omdat het als leerling recht had op Belgische kinderbijslag, ook al kon het dat recht niet uitoefenen omdat zijn bezoldiging hoger lag dan het toegelaten maximumbedrag.
Bron: Juridische Studiën. Ref.: E717/C24.