Niet meer leerplichtige kinderen die een vorming volgen in het centrum voor deeltijdse vorming VZW DJOPHUIS, Dorpstraat 30 -1070 ANDERLECHT wensen kinderbijslag te bekomen bij toepassing van art. 1bis van KB van 30 december 1975 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend, ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt.
Kan deze vorming aanleiding geven tot betaling van de kinderbijslag omdat ze een bij art. 2 van de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht erkende vorming is?
Rekening houdend met de inlichtingen in ons bezit is het ons vooralsnog niet mogelijk te besluiten dat de vorming die door deze instelling werd verstmakt, voldoet aan de bepalingen van KB van 30 december 1975 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder kinderbijslag wordt verleend, ten behoeve van het kind dat onderwijs volgt en meer bepaald aan de notie "een bij art. 2 van de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht erkende vorming ".
Wat betreft de schooljaren 1988/1989 en 1989/1990 werden wij in het bezit gesteld van een fotokopie van een schrijven dd. 14 mei 1989 uitgaande van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap waaruit blijkt dat de erkenning van het programma deeltijdse vorming van het Centrum voor Levensvorming "Djophuis" voor het schooljaar 1988-1989 en 1989-1990 als gegeven kon beschouwd worden.
Deze erkenning zou echter, voor zover wij konden nagaan, tot op heden, nog niet in het Belgisch Staatsblad verschenen zijn.
Wat het schooljaar 1990/1991 betreft vernamen wij dat de erkenning evenmin in het Belgisch Staatsblad verschenen is.
Het is derhalve niet mogelijk te bepalen of de vorming voldoet aan de gestelde voorwaarden.