De nieuwe bepaling, neergelegd in art. 173ter G.W. voorziet dat de fotografische, microfotografische of elektronische afschriften van de documenten die door de kinderbijslaginstellingen of de Dienst Kinderbijslag van het Ministerie van Sociale Voorzorg bijgehouden worden, even rechtsgeldig zijn als de originelen, mits deze afschriften door deze organismen of onder hun toezicht werden opgesteld.
De vraag is of de eensluitendverklaring van fotocopieën door daartoe bevoegde instanties of personen nog noodzakelijk is.
Antwoord van de Directie der Juridische Studiën dd. 8 januari 1992. Ref.: E1461/GP/TS. (uittreksel)
De wetgever heeft een aantal minimale doch voldoende voorwaarden gesteld, opdat de nodige waarborgen zouden aanwezig zijn om eventuele vervolgingen of misbruiken uit te sluiten.
Deze voorwaarden zijn:
- de stukken dienen opgesteld te zijn door de kinderbijslagfondsen zelf, of
- zij dienen onder het toezicht der fondsen te zijn opgesteld.
Indien de nodige waarborgen aldus niet gegeven kunnen worden, dan moet elke bewijskracht aan dergelijke stukken ontzegd worden. Als middel om deze waarborg te verstrekken moet de eensluitendverklaring door daartoe bevoegdverklaarde personen of instanties beschouwd worden.
Vandaar dat wij dan ook van menig zijn dat de voorschriften terzake van de CO 1157 in verband met de eensluitendverklaring van fotokopieën (punt A.5) van kracht blijven.
De regeling hiervan kan praktisch geregeld worden in de kinderbijslagfondsen zelf.
