Een onderneming X geeft aan bepaalde personeelsleden een contractueel toegekende loopbaanonderbrekingtoelage.
Dit stelsel werd uitgedacht om het vereiste van de vervanging door een werkzoekende, zoals dit gesteld wordt bij de wettelijke loopbaanonderbrekingstelsels te omzeilen.
Vraag is of de betrokkenen recht hebben op kinderbijslag tijdens dit tijdvak, vermits het contract feitelijk geschorst is.
Antwoord dd. 20 februari 1992 van de Directie der Juridische Studiën. Ref.: E274/Contr./GP/HB (uittreksel)
U vraagt ons of een recht op kinderbijslag geopend kon worden door iemand, die van een contractueel toegekend loopbaanonderbrekingstoelage geniet.
Uit telefonische inlichtingen, ons verstrekt door de onderneming X, blijkt dat het hier gaat om een soort van verlof zonder wedde. Volgens deze onderneming worden de personen, die van dit stelsel genieten, op de hoogte gebracht van het feit dat zij daardoor een recht op kinderbijslag "kunnen" verliezen.
Verder werd ons medegedeeld dat dit stelsel van huisloopbaanonderbreking uitgedacht werd om het vereiste van de vervanging door een werkzoekende, zoals dit gesteld wordt bij de wettelijke loopbaanonderbrekingsstelsels, te omzeilen.
Op grond van bovenstaande gegevens zijn wij van oordeel dat de werknemer, die van een contractuele loopbaanonderbreking geniet, geen recht kan openen op kinderbijslag.
Inderdaad verwijst art. 56octies G.W., expliciet naar de wettelijk geregelde loopbaanonderbreking, waar de vervanging door een werkloze een essentiële voorwaarde is voor de toekenning van een "loopbaanonderbrekinguitkering", die door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening betaald wordt.
Ook valt deze zgn. huisloopbaanonderbreking niet onder een van de met tewerkstelling gelijkgestelde periodes (art. 53 G.W.).
In voorkomend geval moet het recht op kinderbijslag dan ook onderzocht worden hoofdens een andere rechthebbende in het gezin.