De bedragen van de kinderbijslag zijn gekoppeld aan de schommelingen van de index van de consumptieprijzen, zoals art. 76bis, KBW het voorschrijft.
Art. 47bis van de kinderbijslagwet voorziet echter de opheffing op 1 januari 1983 van het mechanisme van de indexering van de kinderbijslag betaald voor twee categorieën van rechtgevenden geboren voor 1 juli 1966: het betreft "kinderen" die een recht op kinderbijslag genieten op basis van art. 63, 1ste lid, 2°, KBW, een uitdovende categorie.
Het zijn ofwel gehandicapte weeskinderen die de schaal 50bis, KBW genieten, of gehandicapte kinderen van een invalide rechthebbende die de uitkeringen genieten voorzien door art. 50ter, KBW.
De bedragen aan kinderbijslag die worden toegekend aan deze twee categorieën zijn bevroren op het niveau van januari 1983 in afwachting dat ze, na opeenvolgende indexeringen, geleidelijk
bijgehaald worden door die van de gewone schalen. Momenteel blijft enkel de bevroren schaal voorzien voor een kind van eerste rang gunstiger dan de gewone schaal.
De vraag is of men het globale bedrag van de gezinsbijslag berekend volgens het overgangsmechanisme van art. 47bis, KBW moet vergelijken met het globale bedrag verkregen door de toepassing van art. 40, KBW, of dat men in tegendeel de vergelijking kind per kind moet maken, rekening houdend met de rang die het kind heeft in de groep gevormd rond eenzelfde bijslagtrekkende of de bijslagtrekkenden die aan de voorwaarden van art. 42, 3de lid, KBW voldoen.
In ieder geval verliest de overgangsmaatregel voorzien door art. 47bis, KBW alle zin indien ze niet van toepassing is in de gevallen waar twee of meer kinderen gegroepeerd zijn voor de berekening van de kinderbijslag. Dit systeem zou er op neerkomen dat het voordeel van de gunstigste schaal voorbehouden wordt aan het kind dat geen deel uitmaakt van een groep.
Het is dan ook noodzakelijk dat men "kind per kind" vergelijkt, volgens de rang die het heeft in de groep, en geval per geval ofwel de schaal van de bijzondere regel (schaal 47bis) toepast, ofwel die van de algemene regel (schaal 40), om zo het gunstigste totale bedrag te verkrijgen.
Hier volgt een voorbeeld dat het uiteengezette mechanisme illustreert.
Het gezin is samengesteld uit twee gehandicapte "rechtgevende kinderen", ouder dan 21 jaar.
1ste berekening: toepassing van de bijzondere regel (schaal 47bis) voor de twee kinderen:
1ste = 4.945 BEF
2de = 4.945 BEF
TOT. = 9.890 BEF
2de berekening: toepassing van de algemene regel (schaal 40) voor de twee kinderen:
1ste = 4.465 BEF
2de = 6.859 BEF
TOT. = 11.324 BEF
3de berekening: toepassing van de bijzondere regel (schaal 47bis) voor het 1 ste kind en toepassing van de algemene regel (schaal 40) voor het 2de kind:
1ste = 4.945 BEF
2de = 6.859 BEF
TOT. = 11.804 BEF
Het is deze laatste berekeningswijze die het gunstigst blijkt en die dus moet toegepast worden.