Sinds 1 januari 1970 is het interimpersoneel dat intellectuele arbeid verricht en tewerkgesteld is bij derden onderworpen aan het gehele stelsel van sociale zekerheid door bemiddeling van gespecialiseerde firma's (uitzendbureaus) die als "werkgever" worden beschouwd.
Er is echter gebleken dat dit interimpersoneel nooit jaarlijkse vakantie geniet tijdens de uitvoering van zijn overeenkomst door de korte duur ervan en door het feit dat een klant juist beroep doet op interimpersoneel om de leemte te vullen die ontstaan is door de afwezigheid van zijn intern personeel.
Bijgevolg en bij toepassing van de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie betalen de uitzendbureaus op het einde van deze opdrachten een vakantievergoeding van 12 ten honderd.
Het interimpersoneel dat gewerkt heeft tijdens het vorige jaar wenst - terecht - wettelijke vakantie te genieten maar daar die vakantiedagen nooit vallen tijdens de uitvoering van een interimovereenkomst, kan de werkgever (in dit geval het uitzendbureau) deze niet opnemen in de maandelijkse prestatiestaat (...) overeenkomstig artikel 41 G.W.
Ten einde de gezinsbijslag met betrekking tot de betaalde vakantiedagen te kunnen betalen, zal de rechthebbende interimwerknemer die zijn jaarlijkse vakantie wenst te nemen, volgende documenten afgeven aan het kinderbijslagfonds waarbij de werkgever die hem onmiddellijk vóór de periode van de geplande vakantie tewerkstelde, is aangesloten:
a) een getuigschrift van deze werkgever waarop het totaal aantal vakantiedagen vermeld is waarop hij recht heeft.
Om dit dokument op te maken zal het uitzendbureau alle getuigschriften betreffende verworven vakantiedagen in aanmerking nemen die de betrokkene ontvangen heeft, van uitzendbureaus of van andere werkgevers, in hoedanigheid van bediende en/of de strook van de vakantietitel(s) die hij eventueel van een kas voor jaarlijkse vakantie heeft ontvangen, wegens arbeidsprestaties of gelijkgestelde dagen in het kalenderjaar dat het jaar waarin vakantie genomen wordt, onmiddellijk voorafgaat.
b) een door de interimwerknemer ondertekende verklaring waarbij hij op zijn eer verklaart zijn vakantie te hebben genomen van.......... tot.......... dit is..... dagen, en tijdens deze periode geen enkele winstgevende bedrijvigheid te hebben uitgeoefend, noch werkloosheidsuitkering of ziekte- of invaliditeitsuitkering te hebben genoten.