Het koninklijk besluit van 14 november 2003, verschenen in het Belgisch staatsblad van 28 november 2003, uniformeert en actualiseert vooreerst de tarieven van de erelonen en de kosten voor deskundigen aangewezen door de arbeidsgerechten in het kader van medische deskundige onderzoeken inzake de geschillen betreffende de sectoren tegemoetkomingen aan gehandicapten, gezinsbijslag voor werknemers en zelfstandigen, werkloosheidsverzekering en verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (bijlage 1). Daardoor worden vijf vrij gelijklopende koninklijke besluiten door één algemeen koninklijk besluit vervangen.
Het herneemt bepalingen van de verschillende bestaande besluiten, onder andere van het koninklijk besluit van 21 november 1994 inzake kinderbijslag. Zo blijven de daarin gestipuleerde bedragen, zoals laatst geïndexeerd op 1 januari 2003 (BS. 7 maart 2003), behouden.
Nieuw is dat het ontwerp een bijzonder (gunstiger) tarief voorziet voor de categorie van de psychiaters en de neuropsychiaters en dit zowel wat betreft hun persoonlijk ereloon
(artikel 1, 1° van het besluit) als wat betreft de kosten voor de bijkomende onderzoeken die zij uitvoeren (artikel 1, 3°, b) van het besluit).
Nieuw is ook dat de kosten voor bijkomende onderzoeken uitgevoerd door een ergoloog voortaan op dezelfde wijze worden getarifeerd als de kosten voor bijkomende onderzoeken uitgevoerd door een psycholoog (artikel 1, 3°, c) van het besluit).
Het bestaande specifieke indexeringsmechanisme blijft behouden (artikel 2 van het besluit). De bedragen zullen jaarlijks worden aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen.
Inwerkingtreding
Artikel 6 van het besluit bepaalt dat het in werking treedt op de eerste dag van de maand na die waarin het is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Verschenen in de maand november treedt het besluit dus in werking op 1 december 2003.
De toepasselijke bedragen zijn die van kracht op de datum van de neerlegging van het definitief verslag (artikel 3 van het besluit).
Model voor het opmaken van de staat van de kosten en erelonen
In het koninklijk besluit van 21 november 1994 werd gestipuleerd dat de staat van ereloon en kosten wordt opgesteld volgens een model bepaald door de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers (zie CO 1283 van 27 februari 1995). Deze bepaling wordt in het nieuw besluit niet hernomen.
Het is echter aangewezen dat de kinderbijslagregeling verder gebruik maakt van een model, teneinde de correcte en volledige mededeling van alle noodzakelijke gegevens ter verificatie van de kosten van de expertises te waarborgen.
In die context kan het bij voormelde CO 1283 als bijlage gevoegd model voor de aangifte van de honoraria en de kosten van medische experten in geschillen inzake kinderbijslag, mits een minimale aanpassing, verder aangewend worden. U vindt het aangepaste model als bijlage 2 bij deze omzendbrief.
Zoals in het verleden dient u systematisch na te gaan of de door de experten als erelonen en kosten gevraagde bedragen overeenstemmen met deze bepaald in het koninklijk besluit. U dient dan ook de aangestelde deskundige, bij de aanvang van zijn expertise, in kennis te stellen van de bepalingen van het besluit.
Uiteindelijk zullen de expertisekosten door de arbeidsrechtbank worden begroot in een afzonderlijke beschikking of in het eindvonnis. Deze gerechtelijke uitspraak vormt de enige basis voor de effectieve betaling van de deskundige.
De erelonen en kosten van medische onderzoeken in het kader van procedures ingeleid bij de arbeidsgerechten worden als administratiekosten door de Rijksdienst terugbetaald.
De CO 1283 van 27 februari 1995 wordt met ingang van 1 december 2003 opgeheven.