Op 21 februari 2013, heeft het Europees Hof van Justitie een arrest gewezen in de zaak C-616/11 tussen de RKW en mevrouw Dumont de Chassart.
In dat arrest heeft het Hof zich uitgesproken over de interpretatie van de artikelen 72, 78, §2, b) en 79, §1, tweede lid, a) van de Europese verordening nr. 1408/71 wat betreft de toepassing van de regel van de samenstelling van de tijdvakken van verzekering en arbeid voor het recht op wezenbijslag zoals bepaald in artikel 56bis KBW.
Uit dat arrest kunnen twee belangrijke elementen afgeleid worden:
- enerzijds kunnen de tijdvakken van verzekering en arbeid die de overlevende ouder in een lidstaat vervulde, in aanmerking genomen worden voor de samenstelling van de tijdvakken voor de toekenning van het recht op wezenbijslag in een andere lidstaat. Met andere woorden, de regel van samenstelling van de tijdvakken van verzekering in de artikelen 72, 78, §2, b) en 79, §1er, tweede lid, a) van de Europese verordening nr. 1408/71 is niet alleen van toepassing op de overleden ouder maar desgevallend ook op de overlevende ouder;
- anderzijds, als in een lidstaat, zoals in België, de toekenning van kinderbijslag afhankelijk is van de samenstelling van de tijdvakken van verzekering of arbeid, dan mogen die tijdvakken volledig vervuld zijn in een andere lidstaat.
Die interpretatie stemt overeen met die in het arrest van 15 december 2011.
Gezien die nieuwe Europese rechtspraak moet voortaan de regel van samenstelling van de tijdvakken van verzekering en arbeid in artikel 72, 78, §2, b) en 79, §1, tweede lid, a) van de Europese verordening nr. 1408/71 en in artikel 6 van de Europese verordening nr. 883/2004 toegepast worden volgens de interpretatie van het Europees Hof van Justitie.
Maar de interpretatie waarbij die tijdvakken volledig vervuld mogen worden in een andere lidstaat, is alleen van toepassing als een migrerende wer knemer een lidstaat verlaat, tijdvakken van verzekering of arbeid vervult in een andere lidstaat en terugkeert naar de oorspronkelijke lidstaat waar hij kinderbijslag aanvraagt. Dankzij het Europese principe van vrij verkeer van werknemers wordt immers vermeden dat een werknemer die een lidstaat verlaat om te werken in een andere lidstaat, benadeeld wordt ten aanzien van een werknemer die zijn recht op vrij verkeer niet uitgeoefend heeft.
Bij gebrek aan andere elementen voor de beoordeling moeten die arresten op dit ogenblik in strikte zin geïnterpreteerd worden.
Als zich in de praktijk andere situaties voordoen (met aanvraag om wezenbijslag) vragen wij u om onmiddellijk de Rijksdienst in te lichten alvorens een standpunt in te nemen. Die zal u de nodige richtlijnen geven voor de behandeling van het dossier.
Inwerkingtreding
Deze CO is onmiddellijk van toepassing in nieuwe dossiers.
Behalve op uitdrukkelijk verzoek van de sociaal verzekerde worden oude en lopende dossiers niet herzien.