Art. 60 G.W., regelt de cumulatie tussen kinderbijslag toegekend in de Belgische regeling voor werknemers en kinderbijslag verschuldigd op basis van buitenlandse wettelijke of reglementaire bepalingen of krachtens regels van toepassing op het personeel van een instelling van openbaar internationaal recht. Het artikel stelt dat het Belgisch recht altijd aanvullend is.
Een arrest van het Europees Gerechtshof van 7 mei 1987 maakte dit principe van onze wetgeving ondergeschikt aan de reglementaire bepalingen van het statuut van de Europese ambtenaren dat voorziet dat deze instelling in het geval van samenloop van rechten de uitkeringen aanvullend toekent.
Verschillende omzendbrieven, met name MO 454 van 12 november 1987 en de omzendbrief van de Rijksdienst nr. 1220 van 20 december 1989, verzochten de kinderbijslaginstellingen om dit arrest toe te passen. Zo is Belgische kinderbijslag enkel bij voorrang verschuldigd in gevallen waar de Europese ambtenaar, of diens echtgenoot, een tewerkstelling uitoefent die leidt tot verzekeringsplicht in de Belgische sociale zekerheid.
In deze context deelde de Minister van Sociale zaken ons mee dat ze van plan is zeer binnenkort een wetsvoorstel voor te leggen aan het Parlement tot wijziging van Art. 60, §1 G.W., dat een voorrang van recht op gezinsbijslag beoogt toe te kennen aan het personeel van de Europese scholen en van EUROCONTROL, identiek aan dit van de Europese ambtenaren.
In afwachting van de verschijning van de wettekst is nu reeds bevestigd dat de sommen die tot op heden ten onrechte zijn uitgekeerd niet bij de betrokkenen zullen moeten teruggevorderd worden.