Een gerechtelijke beslissing kan met terugwerkende kracht het sociaal statuut wijzigen van een persoon die een sociale uitkering ontvangt en het recht op kinderbijslag dat van dit statuut is afgeleid veranderen.
Zo gebeurt het dat arbeidsrechtbanken, soms na jaren van procedures en expertises, beslissen dat een sociaal verzekerde afhangt van de sector ziekte- en invaliditeitsverzekeringen (meer dan 66% arbeidsongeschikt), terwijl hij tot op dat punt vergoed werd door de sector van de werkloosheid.
Indien de gerechtelijke actie die de sociaal verzekerde tegen zijn ziekenfonds onderneemt om het statuut van invalide toegekend te krijgen de verjaring stuit met betrekking tot de wetgeving op de ziekte- en invaliditeitsverzekeringen, dan kan die actie niet worden beschouwd als een actie tegen de kinderbijslagregeling.
Men bevindt zich hier namelijk in een gerechtelijke context, wat betekent dan wat niet is gevraagd, niet kan worden toegekend.
Indien de betrokkene tijdens de betwiste periode werkloosheidsuitkeringen genoot, en op basis hiervan kinderbijslag aan de schalen bedoeld in de Art. 40 en/of 42bis KBW, dan is het zo dat in geval van een gerechtelijke beslissing tot herstel in zijn rechten als invalide de verjaring met betrekking tot de kinderbijslagsector expliciet moet gestuit zijn om de voordelige schaal bedoeld in Art. 50ter KBW te kunnen genieten vanaf het begin.
Indien er geen dergelijke expliciete stuiting is, kan deze laatste schaal enkel worden toegekend binnen de begrenzingen van de verjaring bedoeld in Art. 120 KBW.
Dit strikte standpunt is echter niet van toepassing wanneer een werknemer klacht indiende bij het Parket tegen zijn werkgever in verband met een overtreding van de sociale wetten in het algemeen, dus met inbegrip van de kinderbijslag (zie met name informatienota 1989/7 van 30 mei 1989).
In dit geval betreft de gerechtelijke actie onder andere de kinderbijslagwetgeving en stuit ze dus de verjaring in betrekking hiermee.
In de praktijk dienen de dossiers die tot op heden zouden behandeld zijn op basis van een breder standpunt niet te worden herzien.