Artikel 1 van het KB van 12 augustus 1985 tot uitvoering van artikel 62, §5 Kinderbijslagwet bepaalt dat de kinderbijslag wordt toegekend gedurende 270 of 180 kalenderdagen naargelang de leeftijd op de datum van inschrijving als werkzoekende, ten behoeve van het kind dat studies heeft beëindigd zoals voorzien in artikel 36, §1, eerste lid, 2° a en b van het KB van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering.
Overeenkomstig dit werkloosheidsbesluit moet de jongere om toegelaten te worden tot het recht op wachtuitkeringen ofwel studies met een volledig leerplan van de hogere secundaire cyclus, ofwel het derde jaar met technische of beroepsvorrming in een onderwijsinstelling opgericht, gesubsidieerd of erkend door een gemeenschap hebben voleindigd.
Die voorwaarde komt erop neer dat 16 jaar in het algemeen onderwijs (ASO) en 3 jaar in het technisch (TSO) of het beroepsonerwijs (BSO) noodzakelijk zijn.
Met de dienstbrief ll/C/999/c.128/sn van 13 april 2004 werd u een geactualiseerde versie van het formulier P20com afgestemd op de laatste versie van het artikel 36 van het Werkloosheidsbesluit overgemaakt.
Thans worden wij geconfronteerd met talrijke reacties van instituten van het buitengewoon onderwijs die de vraag stellen waarom de specifieke vragen over het buitengewoon onderwijs niet meer zijn vermeld. Na contact met de RVA blijkt bovendien dat voor het buitengewoon beroepsonderwijs type III binnen de context van het artikel 36 de voorwaarde geldt dat het vijfde jaar (kwalificatiejaar) moet zijn uitgedaan. Voor type IV gelden dezelfde voorwaarden als voor het gewoon onderwijs.
Teneinde te vermijden dat er verwarring ontstaat bij de instituten voor buitengewoon onderwijs was het bijgevolg noodzakelijk het formulier P20com te herzien in functie van hun specificiteit. Anderzijds gelet op de interpretatie van de RVA moest er worden vermeden dat voor jongeren uit de opleidingsvorm III na de wachttijd de kinderbijslaginstellingen via een elektronisch RVA-bericht (A015) ervan op de hoogte zouden worden gebracht dat geen recht op wachtuitkeringen bestaat, zodanig dat de tijdens de wachttijd betaalde kinderbijslag ten onrechte zou zijn toegekend.
Rekening houdende met beide gegevenheden heeft de Rijksdienst een nieuw formulier P20com opgemaakt dat u vindt in bijlage.
Mijn diensten zijn graag bereid u zo nodig meer informatie te verschaffen.