Ik heb de eer u te herinneren aan de richtlijnen verstrekt in mijn omzendbrief nr. 453 van 22 september 1987 betreffende de wijziging van de leeftijdsgrens, bepaald op 21 jaar, voor de toekenning van de kinderbijslag ten behoeve van het gehandicapte kind (art. 47 en 63 van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders) en deze te preciseren.
Om een onderbreking bij de overgang van de regeling kinderbijslag naar de regeling gehandicapten te vermijden, moeten, wanneer het rechtgevend gehandicapt kind de leeftijd van 20 jaar bereikt, de betrokken bijslagtrekkenden (dus ook de instellingen die 2/3 van de kinderbijslag ontvangen) ingelicht worden:
1° over de stopzetting van de betaling van de kinderbijslag wanneer het kind de leeftijd van 21 jaar zal bereiken;
2° over de mogelijkheid een aanvraag om tegemoetkomingen bij de burgemeester van de gemeente waar de gehandicapte is ingeschreven in de bevolkings- of vreemdelingenregisters in te dienen;
3° over de mogelijkheid deze aanvraag ten vroegste 12 maanden vóór het bereiken van de leeftijd van 21 jaar in te dienen.
De aandacht van belanghebbenden moet gevestigd worden op het feit dat het nodig is om een onderbreking bij de overgang van de ene regeling naar de andere te vermijden, aanstonds een aanvraag in te dienen gelet op de termijn die noodzakelijk is om het dossier betreffende de tegemoetkomingen voor gehandicapten voor te bereiden.
Deze informatie moet na 3 maanden herinnerd worden, d.w.z., 9 maanden vóór dat het kind de leeftijd van 21 jaar bereikt.