Artikel 1. Voor de toepassing van de artikelen 41 en 77 van de geordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, gewijzigd bij de wet van 27 maart 1951, zijn aan te merken als:
1° normale oproeping onder de wapens, de werkelijke dienst aan de dienstplichtigen opgelegd bij artikel 76, § 1, van de dienstplichtwet van 15 juni 1951;
2° normale wederoproeping onder wapens, de gewone wederoproeping bepaald in artikel 68, 1°, van dezelfde wet.
3° normale oproeping of wederoproeping onder de wapens, voor de reserveofficieren, de perioden van werkelijke dienst, bedoeld in artikel 4, § 1, 1° en 2°, en § 3, van de wet van 18 april 1905 tot vaststelling van de staat en de stand van de reserveofficieren, gewijzigd bij de wet van 14 juli 1951 (1).
4° normale oproeping of wederoproeping onder de wapens, voor de leden van het niet vaste personeel van de Territoriale Wacht voor luchtafweer, de gezamenlijke oefening bedoeld bij artikel 29 van het Koninklijk Besluit van 20 mei 1939 houdende algemene inrichting van de actieve verdediging van het grondgebied tegen luchtaanvallen en oprichting van de Territoriale Wacht voor luchtafweer, met inbegrip van de dagen doorgebracht in het Recruterings- en Selectiecentrum (2).
Art. 2. Onze Minister van Arbeid en Sociale Voorzorg wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 3. Dit besluit wordt van kracht de dag waarop het in het Belgische Staatsblad wordt bekendgemaakt en heeft uitwerking met ingang van 1 april 1951 (3).
---------------
(1) Aldus aangevuld door het K.B. van 29.12.1952, art. 1 (B.S. 7.1.1953), dat uitwerking had vanaf 1.4.1951.
(2) Aldus aangevuld door het K.B. van 4.7.1956, art. 1 (B.S. 1.8.1956), dat uitwerking had vanaf 1.1.1956.
(3) Vervangen door het K.B. van 29.12.1952, art. 2 (B.S. 7.1.1953), dat uitwerking had vanaf 1.4.1951.