Een kind van rang 2 of hoger voor wie de gewone kinderbijslag betaald wordt en dat de eerste rang verwerft omdat een ouder kind zijn recht op kinderbijslag verliest of het gezin verlaat, kan een 'beschermde' leeftijdsbijslag ontvangen op voorwaarde dat:
- het kind geboren is tussen 1 januari 1991 en 31 december 1996;
- het kind de eerste rang verwerft na 1 januari 1997 doordat het oudste kind zijn hoedanigheid van rechtgevend kind verliest of het gezin verlaat waarin het wordt opgevoed;
- het kind in het gezin blijft;
- en het oudste kind een (potentieel) recht had op een leeftijdsbijslag in het stelsel van de werknemers vóór hij zijn recht op kinderbijslag verloor of het gezin verliet.
Voor het kind wordt dan de niet-gehalveerde leeftijdsbijslag op 6 jaar betaald, ongeacht de leeftijd van het kind. De 'beschermde' leeftijdsbijslag blijft ongewijzigd verworven tot het kind eenmaal zijn recht op kinderbijslag in het werknemersstelsel verliest.
Het recht kan nadien worden overgedragen op de nog jongere kinderen, voor zover alle hierboven vermelde voorwaarden zijn vervuld.
De overgangsmaatregel is ook van toepassing bij co-ouderschap, wanneer de bijslagtrekkende wijzigt voor het oudste kind zonder dat de feitelijke gezinstoestand verandert.
Voorbeeld
De moeder is bijslagtrekkende voor haar twee kinderen die in co-ouderschap worden opgevoed. Het jongste kind is bij haar gedomicilieerd, het oudste kind bij de vader. De vader wordt de bijslagtrekkende voor het oudste kind op het moment dat dit kind meerderjarig wordt. Het jongste kind dat een eerste rang wordt ter vervanging van het oudste kind geeft recht op de 'beschermde' leeftijdsbijslag, ook al wijzigt de gezinstoestand op dat ogenblik niet in de realiteit.
Sedert 1 augustus 2013 werd de leeftijdsbijslag voor deze categorie kinderen gewijzigd en wordt zoals bij de andere kinderen van die leeftijd de gehalveerde leeftijdsbijslag betaald.