Co-ouderschap: aanduiding van de rechthebbende en de bijslagtrekkende

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Voorwaarden

  • De ouders wonen niet samen;
  • Het kind wordt opgevoed in het gezin van één van hen;
  • Er is geen rechterlijke uitspraak die het ouderlijke gezag uitdrukkelijk aan één ouder toekent.

Controlemiddelen

Wanneer de kinderbijslaginstelling verneemt dat de ouders niet samenleven en dat het kind bij één van hen wordt opgevoed, moet zij ervan uitgaan dat de ouders gezamenlijk het ouderlijke gezag uitoefenen (vermoeden van co-ouderschap).

Het tegenbewijs hiervan kan enkel worden geleverd via een rechterlijke uitspraak die het ouderlijke gezag uitdrukkelijk aan één ouder toekent.

Wanneer de kinderbijslaginstelling op de hoogte is van een overgeschreven echtscheidingsvonnis, moet zij nagaan welke ouderschapsregeling van toepassing is:

Het vonnis is pas definitief nadat het is overgeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de huwelijksplaats.
  • De kinderbijslaginstelling vraagt per brief om haar het vonnis, het arrest of de bekrachtigde akte over te maken;
Om privacyredenen volstaat het om enkel de passages op te sturen die betrekking hebben op het ouderlijke gezag + het eerste en het laatste blad van het vonnis, het arrest of de akte.
  • Een maand na de eerste verzending verstuurt de kinderbijslaginstelling een herinnering. Wanneer de betrokkene hier niet op reageert, neemt de kinderbijslaginstelling een ambtshalve beslissing gebaseerd op het veronderstelde co-ouderschap of op vroeger meegedeelde gegevens over de ouderschapsregeling in het dossier.
     
  • Als de rechter het ouderlijke gezag niet uitdrukkelijk aan één ouder toekent, is de regeling van co-ouderschap van toepassing.

Indien de voorwaarden niet vervuld zijn

De rechthebbende en de bijslagtrekkende aanduiden op grond van de feitelijke situatie.

Aandachtspunten

  • De ouderschapsregeling moet voor elk kind afzonderlijk vastgesteld worden.
  • Een omzetting van co-ouderschap naar de exclusieve uitoefening van het ouderlijke gezag kan enkel worden bewezen door een rechterlijke beschikking.
  • De juridische fictie van het gemeenschappelijke gezin (co-ouderschap) mag ook worden toegepast bij gelijkmatig verdeelde huisvesting.
Wanneer het kind afwisselend en even lang bij elke ouder verblijft.

 Praktijk FAMIFED

Om redenen van rechtszekerheid dient het kinderbijslagfonds in haar motiveringsbrief  aan de vroegere bijslagtrekkende te signaleren vanaf welke datum en op basis van welk vonnis zij zal betalen aan een andere bijslagtrekkende, en deze te vragen te reageren indien hij hoger beroep heeft aangetekend of indien er een meer recent vonnis bestaat.

Top