Voorwaarden
Hypothese 1
De aanvraag om (vooraf)betaling van het kraamgeld gebeurt door iemand van de hoofdgroep = (stief)ouder of partner.
Hypothese 2
De aanvraag om (vooraf)betaling van het kraamgeld gebeurt door een aanvrager NIET behorend tot de hoofdgroep, die deel uitmaakt van het gezin, bijvoorbeeld een grootouder of oom van het kind.
Controlemiddelen
Principe: consultatie van het Kadaster van de kinderbijslag via TRIVIA.
Hypothese 1: (hoofdgroep)
- voor de (toekomstige) moeder: het Kadaster van de kinderbijslag raadplegen via het elektronische platform TRIVIA en een print(screen) van de consultaties in het (elektronische) dossier bijhouden
- voor de rechthebbende (de aanvrager van het kraamgeld): het Kadaster van de kinderbijslag raadplegen via het elektronische platform TRIVIA, een onderzoek instellen in functie van de rechtsvaststelling, en een print(screen) van de consultaties in het (elektronische) dossier bijhouden
Hypothese 2: (aanvrager NIET behorend tot de hoofdgroep)
- voor de (toekomstige) moeder : het Kadaster van de kinderbijslag raadplegen en een print(screen) van de consul taties in het (elektronische) dossier bijhouden
- voor de rechthebbende (de aanvrager van het kraamgeld): het Kadaster van de kinderbijslag raadplegen, een onderzoek instellen in functie van de rechtsvaststelling, en een print(screen) van de consultaties in het (elektronische) dossier bijhouden
- voor de potentiële rechthebbenden (volgens de gezinssamenstelling): het Kadaster van de kinderbijslag raadplegen louter om cumulbetalingen te vermijden, en een print(screen) van de consultaties in het (elektronische) dossier van de gezinsleden bijhouden
of "vierde" actoren: de vierde actor is een mogelijke actor in een kinderbijslagdossier die geen rechthebbende, bijslagtrekkende of rechtgevend kind is en soms ook 'derde' genoemd wordt. Er zijn twee soorten vierde actoren of derden:
- derden van type 1 (rol 105): waarvoor alleen de elektronische informatie van het RNP en van het register van de KSZ (Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid) nodig is voor het beheer van het dossier;
- derden van type 2 (rol 106): waarvoor zowel de elektronische informatie van het RNP en van het register van de KSZ (Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid) als de socioprofessionele gegevens (werk, werkloosheid, ziekte- en invaliditeitsverzekering, enz.) nodig zijn voor het beheer van het dossier.
Principe: betaling van het kraamgeld en onmiddellijke integratie in het Kadaster van de kinderbijslag via TRIVIA.
Hypothese 1: (hoofdgroep) vaststellingen en gevolgen van de consultaties
Eerste mogelijkheid
Er is enkel een dossier bij de kinderbijslaginstelling die de aanvraag om kraamgeld heeft ontvangen. Die kinderbijslaginstelling betaalt reeds voor kinderen van de rechthebbende - de aanvrager van het kraamgeld. Het betreft een tweede, derde of volgende geboorte van de rechthebbende.
Actie: kraamgeld betalen en de betaling en gegevens over de bijslagtrekkende, de rechthebbende en alle potentiële rechthebbenden onmiddellijk in het Kadaster van de kinderbijslag integreren.
Tweede mogelijkheid
Er is in het Kadaster een kinderbijslagdossier bij een andere kinderbijslaginstelling. Dus bestaat er ook de mogelijkheid van cumul van het kraamgeld. De kinderbijslaginstelling die de aanvraag heeft ontvangen, neemt telefonisch contact op met de betrokken kinderbijslaginstelling en verwittigt haar van haar tussenkomst.
Actie: de kinderbijslaginstelling die de aanvraag heeft ontvangen, bevestigt haar betaling per e-mail of fax. Daarna wordt het kraamgeld onmiddellijk betaald, en de betaling alsook de gegevens over de bijslagtrekkende en de rechthebbende en alle potentiële rechthebbenden onmiddellijk in het Kadaster van de kinderbijslag geïntegreerd.
Derde mogelijkheid
Er is in het Kadaster geen kinderbijslagdossier bij een andere kinderbijslaginstelling.
Actie: in dat geval wordt het kraamgeld onmiddellijk betaald, en de betaling alsook de gegevens over de bijslagtrekkende, de rechthebbende en alle potentiële rechthebbenden worden in het Kadaster van de kinderbijslag geïntegreerd.
Hypothese 2: (aanvrager NIET behorend tot de hoofdgroep) vaststellingen en gevolgen van de consultaties
Indien uit het onderzoek blijkt dat het kraamgeld niet volgens de Algemene Kinderbijslagwet dient te worden betaald, dan wordt de aanvraag doorgezonden naar de bevoegde kinderbijslaginstelling, conform het Handvest van de sociaal verzekerde.
Indien uit het onderzoek blijkt dat het kraamgeld volgens de Algemene Kinderbijslagwet dient te worden vastgesteld, wordt als volgt tewerk gegaan:
Eerste mogelijkheid
Er is enkel een dossier bij de kinderbijslaginstelling die de aanvraag om kraamgeld heeft ontvangen.
Actie: het kraamgeld wordt onmiddellijk betaald, en de betaling alsook de gegevens over de bijslagtrekkende, de rechthebbende en alle potentiële rechthebbenden worden in het Kadaster van de kinderbijslag geïntegreerd.
Tweede mogelijkheid
Er is in het Kadaster een kinderbijslagdossier bij een andere kinderbijslaginstelling. Dus bestaat er ook de mogelijkheid van cumul van het kraamgeld. De kinderbijslaginstelling die de aanvraag heeft ontvangen, neemt telefonisch contact op met de betrokken kinderbijslaginstelling en verwittigt haar van haar tussenkomst.
Actie: de kinderbijslaginstelling die de aanvraag heeft ontvangen, bevestigt haar betaling per e-mail of fax. Daarna wordt het kraamgeld onmiddellijk betaald, en de betaling alsook de gegevens over de bijslagtrekkende, de rechthebbende en alle potentiële rechthebbenden worden in het Kadaster van de kinderbijslag geïntegreerd.
Derde mogelijkheid
Er is in het Kadaster geen kinderbijslagdossier bij een andere kinderbijslaginstelling.
Actie: in dat geval wordt het kraamgeld onmiddellijk betaald, en de betaling alsook de gegevens over de bijslagtrekkende, de rechthebbende en alle potentiële rechthebbenden worden in het Kadaster van de kinderbijslag geïntegreerd.
Aandachtspunten
- Deze procedure om cumulbetalingen te voorkomen is geldig zowel vóór als na de geboorte.
- Indien de geboorte wordt bewezen door een mailbox (D36) van het Rijksregister is het niet meer nodig het "speciaal geboorteattest" op te v ragen.
Maatregelen om cumulbetalingen tussen de adoptiepremie en het kraamgeld te voorkomen
- Een adoptiepremie kan slechts eenmaal worden betaald aan de adoptant of aan zijn (huwelijks)partner voor een kind. Bovendien mag geen van beiden al kraamgeld of een adoptiepremie hebben ontvangen voor dat kind.
- Hetzelfde cumulonderzoek als voor het kraamgeld wordt toegepast. Als uit het onderzoek blijkt dat er geen cumul bestaat, mag de betaling gebeuren. Bij twijfel of bij mogelijkheid van cumul, neemt de onderzoekende kinderbijslaginstelling telefonisch contact op met de betrokken administratie of dienst. Daarna wordt het gesprek per brief, fax of e-mail bevestigd.
- Indien er na onderzoek onvoldoende gegevens beschikbaar zijn, dan wordt het cumulonderzoek afgerond met een controlebezoek bij de persoon die het kraamgeld/adoptiepremie heeft ontvangen. Dit controlebezoek kan eventueel uitkomen op een verschilbetaling na aanpassing van het juiste geboorterang, indien nodig.