Kind geplaatst in een instelling door bemiddeling of ten laste van een overheidsinstantie

Naar aanleiding van de zesde staatshervorming is de kinderbijslag geregionaliseerd...

De toelichtingen in ons thematisch onderdeel zijn sinds 1 januari 2019 niet meer up-to-date.

Voorwaarden

Het kind is geplaatst in een instelling of een opvanggezin door bemiddeling of ten laste van een overheidsinstantie.

Controlemiddelen

  • Bericht van plaatsing (document D227/D227bis)
Attest van de Vlaamse Gemeenschap (plaatsingsbericht van de Dienst voor Jeugdbescherming) over de modaliteiten van de plaatsing met of zonder kosten.
  • Formulier P3-a / P3-b
  • Raadpleging RNP

Indien de voorwaarden niet vervuld zijn

Nagaan welke natuurlijke of rechtspersoon het kind opvoedt.

Aandachtspunten

Voor een kind dat in een instelling geplaatst is, wordt de kinderbijslag verdeeld:

2/3

  • voor de instelling (plaatsing buiten de jeugdbescherming om)

OF

  • voor de Gemeenschap (jeugdbescherming)

1/3

  • voor de persoon die het kind vóór de plaatsing opvoedde (plaatsing buiten de jeugdbescherming om)

OF

  • voor de aangewezen natuurlijke of rechtspersoon (jeugdbescherming)

Voor een kind dat in een opvanggezin geplaatst is, wordt de kinderbijslag volledig betaald aan dat gezin.

Bovendien wordt een maandelijks forfaitaire bijslag gestort aan de bijslagtrekkende die de kinderbijslag voor dit kind ontving onmiddellijk vóór de plaatsing(en).

Wanneer deze persoon geen contact meer onderhoudt met het kind, dan wordt deze forfaitaire bijslag betaald aan een andere persoon die wel contacten onderhoudt met het kind.

genoemd vervangende bijslagtrekkende.
Top