Met het controleformulier Beroeps- en gezinssituatie - P12 volgt de kinderbijslaginstelling het recht op kinderbijslag op dat gevestigd is door een rechthebbende (een ouder of een andere verwant) die in de rangorde van potentiële rechthebbenden niet het statuut van voorrangsgerechtigde heeft.
Het voorrangsrecht bepaalt welke potentiële rechthebbende het recht op kinderbijslag bij voorrang moet openen.
De interne voorrangsregels regelen de voorrang tussen verschillende potentiële rechthebbenden (vb. voorrang van de vader op de moeder,...).
De externe voorrangsregels regelen:
- de voorrang tussen de verschillende Belgische kinderbijslagregelingen (vb. voorrang van het werknemers/zelfstandigen-stelsel op dat van de Openbare Sector);
- en de voorrang tussen de Belgische en de buitenlandse kinderbijslagregelingen.
Gezinnen in België
Het formulier werd afgeschaft voor de gezinnen in België. Voor hen verwerft de kinderbijslaginstelling de nodige gegevens via de elektronische fluxen.
Gezinnen in het buitenland
Voor de gezinnen die in het buitenland verblijven, stuurt de kinderbijslaginstelling het formulier automatisch naar de bijslagtrekkende:
- elk jaar op 15 januari voor de jaarlijkse evaluatie van het gevestigde recht op kinderbijslag;
- of wanneer het gevestigde recht vervalt, zodat de kinderbijslaginstelling via het formulier een potentiële rechthebbende kan opsporen.